dinsdag 22 oktober 2013

Hoe was het weer in? 1972

De winter 1971 - 1972 was zacht van start gegaan.
December was erg zacht, maar ook vrij droog.

Tegen het einde was de temperatuur gezakt en volgde januari de lijn van temperaturen veelal op -of onder het vriespunt.
Een beetje gekwakkel dus:  weinig echt strenge vorst,  maar ook zelden echt zacht.
De echte kou bleef ten oosten (iets vergelijkbaars zagen we ook in de winter van 2006).

Februari modderde een beetje voort op een iets hoger temperatuurtje,  maar veel had deze maand niet om het lijf.
In zijn totaliteit verliep de winter wel behoorlijk droog.

In de eerste helft van maart duikt de temperatuur even nog naar de min,  maar na de koude 12 maart ( -0,3 °C gemiddeld) nam het kwik een flinke sprong.
Geen taferelen dus zoals vorig jaar met een heuse koudegolf,  maar volop lenteweer.
Een periode midden maart met veel zon en hoge temperaturen.
Zo werd het op 15 maart al 18 graden  en op de zestiende ging het kwik al bijna richting de twintig!

April deed niet enthousiast mee aan het lenteweer,  de temperaturen pakten zelden hoog uit  en geregeld viel er neerslag.
In mei volgden er een aantal warme dagen aan het begin van de maand,  waarna het weer wat wisselvalliger werd.
Eind mei stormde het zelfs gedurende lange tijd aan de kust.

Op dezelfde toer ging het weer voort in juni,  met soms een paar warmere dagen maar vaak was het vrij koel en licht wisselvallig.
De maand juli was niet heel slecht,  dit werd een vrij warme maand,  maar augustus verliep koel en tijdens deze zomermaand gebeurden een tweetal ernstige ongelukken dankzij het weer.

In de ochtend van 11 augustus werden de kampeerders op camping Duinoord op Ameland onaangenaam verrast door een windhoos.
Deze trok vol over deze camping en liet een grote ravage achter.
Zo goed als alle caravans en tenten werden met de grond gelijk gemaakt  en er waren naast 100 gewonden ook vier dodelijke slachtoffers te betreuren.

















Later die maand was het raak in het zuiden.
In de ochtend kwamen er plots zeer dichte mistbanken opzetten en dat veroorzaakte een enorme kettingbotsing op de A16 bij Prinsenbeek.
Maar liefst 13 doden en 13 zwaargewonden vielen hierbij,  met name te danken aan het feit dat er verschillende tankwagens bij betrokken raakten die in brand vlogen.

September verliep koud, maar droog  en oktober was ook aan de frisse kant  maar eveneens vrij droog te noemen.
Na twee vrij rustige herfstmaanden kwam er reuring in de atmosfeer in november.
Op 12 november werd duidelijk dat er een zware storm richting Nederland koerste.
Terwijl deze het noordelijke kustgebied naderde begon deze ook nog eens uit te diepen.
In de nacht en vroege ochtend van 13 november trok de zware storm over het land  en duurde relatief kort.
Na de passage van de kern steeg in een uur tijd de barometer met 10 tot 12 hpa,  een spectaculaire stijging!

Wel werd er veel schade aangericht door de zware windstoten (tot 140 km per uur) en dan met name in het noorden van het land.
In Overijssel en Drenthe werd een groot deel van de bossen gewoonweg platgeblazen en in Friesland raakten daarnaast veel gebouwen beschadigd en sommige boerderijen stortten zelfs in.
Daarbij vielen ook hier weer een aantal dodelijke slachtoffers,  waarmee het weer in 1972 toch aardig wat ellende opleverde in ons landje.

De weerkaart met de stormdepressie zie je tegenwoordig nog terug als kunstwerk op het pleintje bij het hoofdkantoor van het KNMI in De Bilt.






















December verliep dan weer een stuk rustiger  en na een vrij zachte start werd het beduidend kouder in de tweede helft van de maand.
Net als in 1971 was het opnieuw ook een droge maand.


Neerslag 1972 in Gemert:

januari:     29,6
februari:   22,7
maart:      30
april:        52,7
mei:         95,6
juni:         59,5
juli:           90,4
augustus:    73,8
september:   49,5
oktober:       16,7
november:    67,4
december:    19,5

jaar:  607,4

maandag 21 oktober 2013

Hoe was het weer in? 1973

Januari begon in 1973 waar december 1972 was geëindigd:  een korte kou-inval,  gevolgd door een vrij   onopvallend verloop van de maand.
Geen zacht winterweer,  maar met 2,9 graden ook niet koud te noemen.
Het was wel een erg sombere maand met slechts 24 zonuren (alleen januari 1969 was nog somberder).

Februari 1973 was thermisch gezien identiek aan januari,  maar kende verder geen bijzonder weer,  of het moet een plens regen zijn op 12 februari (Ruim 37 mm lokaal in Friesland,  iets wat niet vaak voorkomt in februari).

Over maart  kan ook niet heel veel vermeld worden,  alleen dat het een vrij rustige maand was als een stilte voor de letterlijke storm.
Die bewuste storm kwam er op 2 april.
In de middag haalde de wind stormkracht 9 aan de kust (Vlissingen,  Hoek van Holland)  en tegen de avond bereikte de kern van de stormdepressie de wadden en kwam het tot windkracht 11 in Ijmuiden en Lelystad.

De storm leek veel op de storm van 13 november 1972, met name de baan waarover deze trok en onder meer ook de plek waar de storm ontstond (New Foundland)  en vanwege ook het feit dat het een storm was die niet erg lang aanhield.
De korte, maar hevige storm richtte wederom veel schade aan:  bomen op de Veluwe en in Utrecht die de vorige storm in november nog maar net hadden weten te overleven gingen er nu alsnog aan  en vele kassen in het Westland verloren hun ramen.

Het zendschip van Veronica (Norderney) liep tijdens de storm vast bij Scheveningen.
De bemanning gooide voordat ze zouden stranden vlug de zendkristallen van boord, zodat het juridisch gezien geen zendschip meer was.



















De maand april was een koude en wisselvallige,  met geregeld nachtvorst en hagelbuien.
In mei was het wel wat warmer, maar viel er ook veel neerslag,  met name op 21 mei toen er in De Bilt 34 mm viel en in Drenthe lokaal wel 50 mm:  voor meibegrippen erg hoge sommen.

Na een natte tweede juni (tevens een koele dag waarbij het hooguit 13,5 graden werd)  kwam het gauw goed wat betreft de zomer.
Vrijwel de rest van de maand viel er geen druppel regen en was het vrij warm te noemen.
De eerste week van juli hield het droge en zomerse weer nog aan,  met een tropisch warme 5 juli als hoogtepunt.
Vervolgens verviel de zomer (met name in de tweede helft van de maand) in koeler kwakkelweer.

Begin augustus poogde de zomer even terug te komen,  maar dat leverde wat hemels vuurwerk op  en een paar dagen buiig en winderig weer.
Echter nam daarna de hogedruk weer de regie in handen en volgden toch nog eens drie mooie zomerweken.

Een dipje eind augustus en begin september werd al gauw weer gevolgd door nazomer.
5 september werd nog bijna tropisch warm in De Bilt en ook daarna bleef het nog een langere tijd nazomeren.

Van nazomer was er in oktober minder sprake,  op een redelijk warme fase in het begin van de maand na.
Daar volgde een aantal weken koude en bij tijden behoorlijk natte periode op.

Eind november was er dan sprake van een eerste winterprik.
Met koude poollucht die over ons land uitstroomde werden er hagel -en sneeuwbuien aangevoerd.
In het noorden kwam het al tot een sneeuwdek van 10 -tot plaatselijk  21 centimeter.
Onder een heldere, windstille hemel zakte het kwik zelfs al onder de - 16 graden en kwam op 1 december op veel plaatsen niet boven het vriespunt uit.
Op 2 december werd het nog iets kouder (in Wageningen zelfs - 21,7) ,  maar dat zou ook het voorlopige winterse hoogtepunt worden.
De volgende dag draaide de wind naar het zuidwesten en was het voorlopig gedaan met de winter.


Neerslag 1973 in Gemert:


januari:   21,1
februari:  60,8
maart:     19,3
april:       77
mei:        78,4
juni:        48,2
juli:         73,8
augustus:   20,4
september:  43,2
oktober:      73,5
november:   55,6
december:   61,1

jaar:  632,4








donderdag 17 oktober 2013

Ter vermaack: een aantal soorten winters en zomers uitgelicht.

Het gros van de zomerseizoenen en winterseizoenen zijn vrij typisch Nederlands:  perioden van standvastig weer,  afgewisseld door (in de zomer) regen -en onweersbuien  of in de winter:  zacht herfstachtig weer.
Toch zijn er naast de gewone afwisselende seizoenen ook wat andere typen te vinden die nu en dan (en soms vaker)  voorkomen.

Een paar zomertypes uitgelicht:


De "Vroege-hoopgevende-zomer-die-vervolgens-compleet-inzakt"

Vaak is het dan in mei prachtig weer met een aantal zomerse dagen  en ook in de eerste helft van juni is het zomerweer wat de klok slaat,  maar dan vlak voor de langste dag.. *poef*  weg zomer!
Soms keert ze na weken herfstmoesson nog terug,  maar ooit mag je zelfs tot volgend jaar wachten.

Voorbeelden:  1966, 1980, 1988,  1993, 2007, 2011


De "opbouwende zomer"

Begin juni is het dan waardeloos weer:  het kwik haalt met moeite de dubbele cijfers,  het regent regelmatig  of in een zeldzaam geval wordt er zelfs natte sneeuw gezien.
Iedereen klaagt "waar is toch die zomer?!"  maar het komt goed:  enkele weken later (of in sommige gevallen vanaf de hondsdagen) zit gans Nederland te bakken en dat kan dan blijven duren tot in september.

Voorbeelden:  1975, 1991, 1995, 2012


De "topzomer"

Het type zomer "die zowat in mei begint"  (soms nog eerder).
Gewoon maandenlang warmte,  soms meerdere hittegolven  en de mensen in de straat beginnen zelfs naar regen beginnen te snakken,  om over boeren nog maar te zwijgen.

Voorbeelden:   1947, 1959, 1976, 1983, 2003


De "zomer waarin augustus even het neerslagtekort goed wil maken"

Twee zomermaanden is het prachtig zomerweer,  vaak ook erg warm.
Echter slaat het om in of net voor augustus  en volgt er een opeenvolging van buien, ondergelopen kelders, mensen in roeibootjes op straat en een mix tussen "neerslagtekort wegwerken"  en  klaagzangen van vakantiegangers die tijdens de hitte moesten werken en in augustus hun tentje zien wegdrijven op de camping in Renesse of Ameland.

Voorbeelden:  1917, 1941,  1969, 2006, 2010


Een aantal wintertypes


De "Vroege-hoopgevende-winter-die-vervolgens-compleet-inzakt"

Ook de winter kent dit type.
Het wordt erg koud in oktober of november  en men bericht al van het begin van een strenge winter  of op zijn minst een boel koudeliefhebbers beginnen stiekem te hopen dat de jahrhunderd-winter is aangebroken.
Maar in de echte winter valt het tegen of is het zelfs voornamelijk een westcirculatie van Canada tot in Japan.
In sommige gevallen wordt december een ware moesson  en hoewel er  vaak in  februari nog een winters stukje volgt,  balen winterliefhebbers de sneeuwballen uit hun broek.

Voorbeelden:  1965 - 1966,  1973 - 1974,  1980 - 1981, 1993 - 1994,   2003 - 2004


De "konijn uit de hoge hoed winter"

De winter lijkt kansloos:  december is zacht,  in januari valt er hooguit een verdwaalde sneeuwbui en ogen de weerkaarten eerst nog kanslozer dan een relatie met Gordon.
Dan verschijnt toch nog koning winter en zijn Russische Beer.
Eind januari en Februari wordt dan andere koek (en zopie):  koud met soms ook nog een elfstedentocht.

Voorbeelden: 1954, 1956, 1986, 1991,  2012


De "vuile winter"

Koud, guur kwakkelend winterweer.
De strijd tussen de zachte oceaanlucht en de kou uit het noorden en oosten vindt plaats boven of net naast Nederland  waardoor het zout in januari al op is,  de treinen amper rijden  en de sneeuwballen je om de oren vliegen.
In sommige gevallen kan er op straat geschaatst worden  of raken dorpen ingesneeuwd.
Hoewel het koud is  zit een elfstedentocht er dankzij sneeuw op het ijs  niet in.

Voorbeelden:  1970, 1979, 2010, 2013


De Echte winter.

Uitleg behoeft deze eigenlijk niet:  totale winter met alle aspecten van een winter.
Drie (of minimaal twee)  maanden Kou.

Voorbeelden: 1942, 1947, 1963 , 1985, 1996

Hoe was het weer in? 1974

Na een december die aan de koele kant was  begon het nieuwe jaar 1974 met een korte winterprik.
Heel lang hield het niet stand en de verdere maand was het zacht, maar niet echt onstuimig of nat te noemen.
Veel winterse aspiraties had ook februari niet,  de temperaturen liepen tegen het midden van de maand zelfs al een aantal dagen op in de dubbele cijfers.

Begin maart was het echter wel vrij koud:  in de nachten vorst en overdag enkele graden boven het vriespunt.
Langzaam krabbelde het op  en viel er geregeld regen,  tot de hogedruk rond het astronomische begin van de lente het heft in handen nam  en het zacht en droog werd.
Met name de eerste helft van april was warm en droog met een aantal warme dagen van 20+ graden.
In de tweede helft werd het iets koeler.

Inmiddels had het vanaf 21 maart niet of nauwelijks meer geregend  en pas ruim een maand later vielen er op grotere schaal weer wat verkwikkende druppels.
Even leek april 1974 op een bijzonder record af te stevenen met slechts 3 millimeter neerslag,  maar op de 29e regende het een tijdje harder door en eindigde de maand op een kleine 10 mm (in De Bilt,  in Gemert viel meer).

Aan de andere kant van de oceaan werden weer andere records gevestigd:  in de USA vond een tornado-uitbraak plaats met maar liefst 148 tornado's in twee dagen!
Dit record zou overigens in 2011 verpulverd worden.

Mei werd overigens geen uitschieter qua warmte en droogte:  een vrij modale en wat te koele maand die het begin van een periode met een aantal koelere maanden in zou luiden.

De zomer kende weinig uitschieters naar boven,  sterker nog:  op 10 juni werd pas de eerste zomers warme dag gehaald in De Bilt  en in juli kwam het kwik slechts af en toe boven de 20 graden.
Echt nat was de zomer ook niet te noemen overigens.

Na een paar natte dagen in augustus bleef het de rest van de maand droog en was het ook de beste maand van de zomer  met wat zomerse dagen.
Aan de droogte kwam met september op de kalender een abrupt einde.
Het begon vrijwel meteen te regenen,  te waaien en dat natte werk werd afgewisseld met wat buien en een enkele droge dag.

De temperaturen lagen vrijwel constant onder het gemiddelde  en ook van oktober hoefde weinig nazomer verwacht te worden.
Hier bepaalde een koudeput het weer,  met uiteraard weer de nodige regen  en wanneer de koudeput wegtrok waren er wel weer andere depressies om het een onstuimig, kil en nat feest te maken.

Boeren begonnen nu problemen te krijgen met de oogst:  door de vele regen zakten de landbouwmachines weg in de modder of begonnen de boeren niet eens aan een poging om met hun tractor het land op te gaan.
Het leger zou er uiteindelijk aan te pas moeten komen om te helpen oogsten.
In oktober kwam het naast de vele regen ook regelmatig tot nachtvorst,  waardoor de maand met slechts 7 graden gemiddeld,  zeer koud was.











Typerend weerbericht uit de herfst van '74



De depressietrein met vrijwel dagelijks regen denderde in november gewoon vrolijk verder.
Hiermee werd de herfst een extreem natte met neerslagsommen die landelijk varieerden tussen de 300 en ruim 500 millimeter.
Ondertussen besloten veel boeren het verdere oogsten maar op te geven.
Tussen 20 november en 20 december viel er (ook)  te Gemert iedere dag neerslag,  een record.

Omdat het in december op dezelfde toer doorging werd de aangevoerde lucht nu eerder veel te zacht dan te koel voor de tijd van het jaar.
Zo kan het gebeuren dat de wintermaand in De Bilt zelfs 0,3 graden warmer zou verlopen dan oktober!
De wind trok tijdens het passeren van de vele depressies ook regelmatig stevig tot hard aan.
Tijdens de kerst werd het ook ruim 12 graden  en aangezien er opnieuw veel regen viel  werd 1974 toch een behoorlijk nat jaar.

Uitzonderlijk is ook het voorkomen van vier opvolgende maanden met op veel plaatsen meer dan 100 millimeter neerslag.
In De Bilt kwam het eerder voor in 1930,  toen er vijf maanden na elkaar meer dan 100 millimeter viel.








Neerslag 1974  in Gemert:

januari:  57,4
februari:  53,7
maart:    67,7
april:    23,9
mei:    28,1
juni:   47,9
juli:    89,9
augustus:  63,5
september:  105,7
oktober:    108,2
november:  107,9
december:  124,3

jaar:  878,2

woensdag 16 oktober 2013

Hoe was het weer in? 1975

Na de recordnatte herfst ging het in december 1974 vrolijk verder met het zachte en natte weer,  dankzij een bulderende westcirculatie.
Deze wintermaand verliep ook zeer zacht  en met 1975 op de kalender wist het zachte en natte patroon nog niet meteen van wijken.
De neerslaghoeveelheden liepen wat terug,  maar januari was nog altijd veel te zacht.

Halverwege de maand verschenen de eerste beelden van velden vol madeliefjes, even later stonden de pruimen al in bloei en een enkele vlinder waagde zich in januari ook al buiten.
Van winter zou het nog wel een beetje komen in februari  en ook de regenkraan zou nog verder dichtgedraaid worden.
Goed nieuws voor de boeren,  die nog wat bieten konden oogsten welke  in de kletsnatte maanden daarvoor min of meer onbereikbaar waren geraakt in de blubber.

In februari volgen een aantal winterprikken,  maar geen groots winterwerk  waardoor de winter 1974 - 1975 op dat moment de zachtste is  met 5,5 graden gemiddeld.
Slechts drie winters zouden dit (tot aan 2013)  record aanscherpen.

Minder zacht begon de lente  met een wisselvallige en koele maart,  die met 4,9 graden kouder verliep dan januari en december.
Ook in april bleef het wisselvallig met vooral in de eerste helft van de maand geregeld winterse buien.  Mei verliep eveneens koel,  met een aantal flinke onweersbuien.
Na de zeer zachte winter dus geen warme lente en in het aantal zonuren scoort hij ook erg laag.

Begin juni was het ook niet bepaald zomer te noemen wanneer een bel koude lucht naar onze omgeving uitzakte en er buien vielen bij lage temperaturen.
Op 2 juni werd er tijdens die buien op sommige plekken zelfs natte sneeuw gezien!
In het Verenigd Koninkrijk is het zelfs zo dat er op een aantal plaatsen zich een sneeuwdek tot 2 centimeter vormde  en op de Schotse hooglanden kwam het zelfs tot 15 cm!

Na deze spectaculaire dip kwam het wel goed met de zomer.
De rest van de maand verliep een heel stuk warmer.
Wel vielen er zware onweersbuien op 23 en 24 juni,  waarbij er op een aantal plaatsen meer dan 100 millimeter werd afgetapt,  in Rotterdam en Gouda zelfs meer dan 140 mm met uiteraard een boel overlast tot gevolg.

In juli was het warm, maar ook geregeld onbestendig, zomerweer.
Regelmatig kwam het tot flink onweer in ons land wanneer vochtige hitte werd verdreven door droge koude lucht.
Tegen het eind van de maand werd er afscheid genomen van de opeenvolging van invallen van de warme -danwel koude lucht:  de warmte nam gewoonweg de regie in handen.

Op 29 juli begon daarmee een bijzondere hittegolf.
Deze is bijzonder vanwege het feit dat het voor het eerst sinds 25 jaar weer tot een hittegolf komt  en daarbij zal het ook een recordlange hittegolf worden die 18 dagen standhoudt.
De eerste decade van augustus 1975 had een gemiddelde temperatuur van 23,6 graden wat erg warm is voor Nederlandse begrippen (ter vergelijking:  juli 2006 is de warmste zomermaand met gemiddeld 22,3 graden).

















Na de hittegolf volgde nog prima zomerweer  en ook in september waren er een heel aantal prima nazomerdagen.
Echter gooide oktober het over een andere boeg.

De maand startte vrij zacht,  maar  vanuit het noorden stroomde rond 12 oktober erg koude lucht richting Nederland.
Hierin ontstond een kleine depressie  die er voor zorgde dat vele Nederlanders op 13 oktober zouden ontwaken in een witte wereld,  terwijl de grote vlokken nog bleven vallen!
Het was één van de vele extremen die 1975 kende op weergebied:  een boterzachte winter, begin juni natte sneeuw,  een recordhittegolf in augustus en vervolgens erg vroege sneeuw.


















Ook toen werden er al foto's gemaakt van sneeuw met daarbij de datum.

De maanden november en december deden echter niet veel geks:  november verliep wel vrij nat  en in het midden van december was er een koude periode met een aantal nachten matige vorst.
De wintermaand verliep hiermee wel een stuk kouder dan een jaar eerder.


Neerslag  1975 in Gemert

januari:   66,5
februari:  32,8
maart:    87,6
april:     49,3
mei:      20,2
juni:      83,6
juli:       102,5
augustus:  27,1
september:  63,6
oktober:     23,6
november:  84,6
december:  23,6

jaar:  665






dinsdag 15 oktober 2013

Hoe was het weer in? 1976

Het jaar 1976 was nog maar een ruime dag oud en het weer liet al flink van zich spreken.
Een zware storm trok over het Verenigd Koninkrijk met zware regenval en verschillende dodelijke slachtoffers als gevolg  en ging vervolgens ook  over Nederland en België.
Hier leverde dit ook veel schade op.
Bossen die in november 1972 al een zware storm hadden moeten verduren verloren nog meer bomen,  de Bonifatiuskerk in Leeuwarden verloor zijn spits en een kerk in Amstelveen verloor het complete dak.
Ondertussen werden door de hoge golven grote stukken duin weggeslagen,  waarbij op Ameland zelfs hotel Steinvoorte in de zee verdween en vlakbij het eiland zonk ook het schip Capella.
In Vlissingen werd een gat in de boulevard geslagen.
Tenminste tien mensen verdronken op volle zee  en op het vaste land van Nederland kwamen twee mensen om.
De storm haalde op verschillende plaatsen windkracht 11  en er werden windstoten waargenomen die orkaankracht bereikten.














Na de storm bleef het nog een tijdje zacht winterweer,  alvorens het richting eind januari flink kouder werd na het overtrekken van een storing met een aardig pak sneeuw.
Dit leverde een tijdje sneeuw -en ijspret op tot na de eerste week van februari de temperaturen weer geleidelijk opliepen.
Ondanks de verzachting bleef veel neerslag uit  en bleek dit een begin te zijn van wat later een problematische droogte zou worden.

Hoewel de temperaturen opliepen blijft de progressie in maart steken.
Het kwik zakt tussen 5 en 9 maart in de nachten diep onder het vriespunt en komt er overdag niet ver bovenuit,  zodat het een aantal dagen op rij tot een negatief etmaalgemiddelde komt.
Echter zo koud als in 1971 wordt het niet.
De temperatuur leefde vervolgens wel weer op, maar ook rond het begin van de astronomische lente zakte het gemiddelde nog eens onder nul.

In april was het ook nog niet warm, maar wel vrij droog en zonnig.
Tot laat in de maand kwam het tot nachtvorst,  op 29 april zelfs nog - 7,2 graden te Deelen.
De koelte verdween begin mei en maakt plaats voor zomerse warmte.
Een eerste zomerstoot was er waarbij de 30 graden ook al gauw een feit is in Volkel (7 mei)  en De Bilt bereikt dit op zondag 9 mei.
Na een vijftal dagen warm weer zakte de temperatuur weer en volgt een normalere periode voor mei.

Wel bleven grote neerslagsommen uit  en was de lente in zijn totaliteit erg droog.
In De Bilt is het tot dan de droogste lente van de eeuw  met slechts 66 millimeter neerslag  en ook in het aantal zonuren staat de lente op dat moment aan kop.

De zomer begon kil en somber  met een noord-westen wind.
Op 3 juni bleef het kwik steken op 11,6 graden in De Bilt,  waarmee de zonaanbidder niet bepaald vrolijk wordt.
Echter,  aan de zomer werd hard gewerkt door een uitloper van het Azorenhoog ons land toe te werpen die voor een kortstondige warme periode zorgde alvorens het weer even terugviel met koeler en af en toe ook regenachtig weer.

Het weekend van 19 en 20 juni valt compleet in het water wanneer een front stil komt te hangen boven het land en er aardig wat regen valt en op de zondag de temperatuur blijft steken op slechts 14 graden.
Maar voor de zonliefhebbers niet getreurd:  na deze dip (ook nog eens in het weekend)  nam hogedruk de regie over en de temperaturen stegen vlug evenals het aantal uren zonneschijn.

Slechts drie dagen na het verregende weekend begon een hittegolf die maar liefst 17 dagen zou aanhouden!
Na de hittegolf bleef het over het algemeen in de rest van juli en augustus gewoon doorzomeren.
Voor de zomerliefhebbers uiteraard prachtig,  maar voor de landbouw een serieus probleem.
Sinds februari is er weinig regen gevallen en dus moet het water op rantsoen en dreigen oogsten te mislukken.
Er waren zelfs boeren die bidden om regen.
















De schaduwzijde van droog zomerweer..

In september viel er meer regen,  maar het zijn echter geen enorme hoeveelheden.
Wel genoeg om de ergste droogte een beetje te blussen.
Echter oktober was,  zoals al veel maanden in 1976,  droog.

Hoewel november niet nat te noemen was,  was het zeker in vergelijking tot de zonovergoten zomermaanden een bijzonder sombere maand.
Slechts 20 uur schijnt de zon in De Bilt,  waarmee het de somberste november is sinds 1901.

De winter lijkt er echter wel aardig zin in te hebben in december met temperaturen die vaak rond het vriespunt schommelden  en een daling na de erg zonnige kerstdagen.
De laatste dagen van 1976 verliepen koud,  maar of dat een opmaat zou zijn voor een koude winter?

Zie:  Hoe was het weer in 1977?


Neerslag 1976 in Gemert:

januari:  84,2
februari:  17,6
maart:   28,4
april:     6,4
mei:      41,5
juni:     24,1
juli:      35,1
augustus:  26
september:  67,8
oktober:     38
november:   73,7
december:   61,9

jaar:  504,7


woensdag 9 oktober 2013

2013 is een jaar van te koude maanden, maar hoe bijzonder is dat?

Met een waarschijnlijk ook te koele oktober op te kalender gaat 2013 de geschiedenis in als een jaar met behoorlijk veel te koude maanden voor het langjarig gemiddelde.
Nu ligt dat langjarig gemiddelde uiteraard ook behoorlijk hoog na de warme jaren '90 en jaren '00  waarin er jaren voorkwamen waarin bijna iedere maand te warm verliep.

We nemen er de langjarige gemiddelden bij die zijn berekend door het KNMI,  maar ook oude langjarige gemiddelden die ik zelf heb berekend  aan de hand van de gegevens van De Bilt op Mscha.org.

De gemiddelden  per maand  zijn als volgt:

















Opvallende feiten uit de gemiddelden zijn dat vooral september erg stabiel is:  tussen 1921 en 1950 haalde september gemiddeld 14,2 graden  terwijl dat tussen 1981 en 2010  slechts 0,3 warmer is.
De late herfst -en wintermaanden zijn het sterkst opgewarmd (grootste verschil is januari met 1,7 graden).
Ook juni blijkt door de jaren heen een vrij stabiele factor:  vaak hing het gemiddelde op 15,2  en pas sinds 2010 kwam daar bijna een halve graad bij,  maar dat is slechts 0,2 warmer dan tussen 1931 en 1960.


De vraag is echter:  hoeveel jaren hebben 6 of meer te koude maanden?

Hierbij heb ik alle jaren tot aan 1951 bekeken  waaruit opviel dat de 6 (waarschijnlijk 7)  te koude maanden van 2013 niet heel erg bijzonder zijn als je het bekijkt over al die jaren.

Hierbij ga ik uit van het feit dat een maand tussen 0 en 0,2 graden mag afwijken voordat deze te warm of te koud is.

Tussen 1951 en nu  rollen daar de volgende jaren uit:

2010:   7 maanden te koud
1996:   7 maanden te koud
1985:   6 maanden te koud
1984:   6 maanden te koud
1980:   6 maanden te koud
1979:   8 maanden te koud
1978:   7 maanden te koud
1972:   7 maanden te koud
1970:   7 maanden te koud
1966:   6 maanden te koud
1965:   9 maanden te koud
1964:   8 maanden te koud
1963:   9 maanden te koud
1962:   9 maanden te koud
1958:   6 maanden te koud
1956:   6 maanden te koud
1954:   6 maanden te koud


Dat levert dus een aardig rijtje op.
Dat daarin ook een aantal grote winters voorkomen is natuurlijk geen wonder.
En ook een aantal koude jaren vormen clusters,  met daarin 5 opeenvolgende jaren in de jaren '60  toen de gemiddelden van 1931 - 1960 golden.
De kou in de sixties zorgden ervoor dat tien jaar later de meeste maanden een gemiddelde temperatuur toebedeeld kregen die soms 0,4 graden lager lagen!

In 2013 is tot dusver de grootste afwijking maart met maarliefst  3,7 graden in de min ten opzichte van het langjarig gemiddelde.
Voor maart is dit een heel bijzonder gegeven,  waarschijnlijk moet je ver terug om een vergelijkbare afwijking in de min te vinden voor deze lentemaand.
De andere koude maanden bivakkeren tussen 1,6 en 0,3 graden te koud.


In de periode 1951 - 2013  de tien maanden die verhoudingsgewijs het koudst zijn:

01.  Februari 1956      - 8,7
02.  Januari 1963        - 7,0
03.  Februari 1986      - 5,9
04.  Februari 1963      - 5,5
05.  December 2010   - 5,1
06.  Januari 1985        - 5,0
07.  Januari 1987        - 4,7
08.  Januari 1979        - 4,6
09.  December 1969   - 4,4
10.  December 1995   - 4,1


Leuk om te zien hoe december 2010 zich tussen een boel oude klassieke wintermaanden heeft geschaard.
De afwijkingen in zomer,  lente -en herfstmaanden is minder groot.
De koudste maanden die niet toebehoren aan de meteorologische winter zijn  november 1993 en maart 2013 met een afwijking van - 3,7



Of de winter 2013 - 2014 ook koud gaat worden is de vraag.
Er heerst sinds 2008/2009 een patroon waarin elke winter minstens één koude (sneeuwrijke) wintermaand voorkomt,  maar dat patroon kan zomaar worden doorbroken,  of de komende winter gaat ook nog even uithalen natuurlijk.