zondag 8 december 2013

De storm van 3-4 december 1960

Afgelopen donderdag was er een zware storm in het noorden van het land.
Deze gaf de nodige overlast,  maar zeker qua regen viel deze in het niet bij de storm begin december 1960.

Deze bracht naast veel wind ook een grote bak regen met zich mee.
Vooral in het noorden viel er zoveel water (Als topper Joure met 84 mm)  dat Friesland voor een aanzienlijk deel onder water liep  en er veel schade aangericht werd.

Het neerslagkaartje bij deze dag laat zien dat heel Nederland te maken had met veel regen,  enkel in Limburg viel op een aantal plaatsen minder dan 20 millimeter.
Maarliefst 103 neerslagstations tapten 50 millimeter of meer af in de ochtend van 4 december,  een uitzonderlijke situatie dus.

De weerkaart van Wetterzentrale laat een omvangrijke depressie zien die ons weer zodanig verpestte.
En de neerslagkaart van die verzopen ochtend:  dat delen van Friesland compleet ondergelopen waren zal niemand verbazen..






















dinsdag 22 oktober 2013

Hoe was het weer in? 1972

De winter 1971 - 1972 was zacht van start gegaan.
December was erg zacht, maar ook vrij droog.

Tegen het einde was de temperatuur gezakt en volgde januari de lijn van temperaturen veelal op -of onder het vriespunt.
Een beetje gekwakkel dus:  weinig echt strenge vorst,  maar ook zelden echt zacht.
De echte kou bleef ten oosten (iets vergelijkbaars zagen we ook in de winter van 2006).

Februari modderde een beetje voort op een iets hoger temperatuurtje,  maar veel had deze maand niet om het lijf.
In zijn totaliteit verliep de winter wel behoorlijk droog.

In de eerste helft van maart duikt de temperatuur even nog naar de min,  maar na de koude 12 maart ( -0,3 °C gemiddeld) nam het kwik een flinke sprong.
Geen taferelen dus zoals vorig jaar met een heuse koudegolf,  maar volop lenteweer.
Een periode midden maart met veel zon en hoge temperaturen.
Zo werd het op 15 maart al 18 graden  en op de zestiende ging het kwik al bijna richting de twintig!

April deed niet enthousiast mee aan het lenteweer,  de temperaturen pakten zelden hoog uit  en geregeld viel er neerslag.
In mei volgden er een aantal warme dagen aan het begin van de maand,  waarna het weer wat wisselvalliger werd.
Eind mei stormde het zelfs gedurende lange tijd aan de kust.

Op dezelfde toer ging het weer voort in juni,  met soms een paar warmere dagen maar vaak was het vrij koel en licht wisselvallig.
De maand juli was niet heel slecht,  dit werd een vrij warme maand,  maar augustus verliep koel en tijdens deze zomermaand gebeurden een tweetal ernstige ongelukken dankzij het weer.

In de ochtend van 11 augustus werden de kampeerders op camping Duinoord op Ameland onaangenaam verrast door een windhoos.
Deze trok vol over deze camping en liet een grote ravage achter.
Zo goed als alle caravans en tenten werden met de grond gelijk gemaakt  en er waren naast 100 gewonden ook vier dodelijke slachtoffers te betreuren.

















Later die maand was het raak in het zuiden.
In de ochtend kwamen er plots zeer dichte mistbanken opzetten en dat veroorzaakte een enorme kettingbotsing op de A16 bij Prinsenbeek.
Maar liefst 13 doden en 13 zwaargewonden vielen hierbij,  met name te danken aan het feit dat er verschillende tankwagens bij betrokken raakten die in brand vlogen.

September verliep koud, maar droog  en oktober was ook aan de frisse kant  maar eveneens vrij droog te noemen.
Na twee vrij rustige herfstmaanden kwam er reuring in de atmosfeer in november.
Op 12 november werd duidelijk dat er een zware storm richting Nederland koerste.
Terwijl deze het noordelijke kustgebied naderde begon deze ook nog eens uit te diepen.
In de nacht en vroege ochtend van 13 november trok de zware storm over het land  en duurde relatief kort.
Na de passage van de kern steeg in een uur tijd de barometer met 10 tot 12 hpa,  een spectaculaire stijging!

Wel werd er veel schade aangericht door de zware windstoten (tot 140 km per uur) en dan met name in het noorden van het land.
In Overijssel en Drenthe werd een groot deel van de bossen gewoonweg platgeblazen en in Friesland raakten daarnaast veel gebouwen beschadigd en sommige boerderijen stortten zelfs in.
Daarbij vielen ook hier weer een aantal dodelijke slachtoffers,  waarmee het weer in 1972 toch aardig wat ellende opleverde in ons landje.

De weerkaart met de stormdepressie zie je tegenwoordig nog terug als kunstwerk op het pleintje bij het hoofdkantoor van het KNMI in De Bilt.






















December verliep dan weer een stuk rustiger  en na een vrij zachte start werd het beduidend kouder in de tweede helft van de maand.
Net als in 1971 was het opnieuw ook een droge maand.


Neerslag 1972 in Gemert:

januari:     29,6
februari:   22,7
maart:      30
april:        52,7
mei:         95,6
juni:         59,5
juli:           90,4
augustus:    73,8
september:   49,5
oktober:       16,7
november:    67,4
december:    19,5

jaar:  607,4

maandag 21 oktober 2013

Hoe was het weer in? 1973

Januari begon in 1973 waar december 1972 was geĆ«indigd:  een korte kou-inval,  gevolgd door een vrij   onopvallend verloop van de maand.
Geen zacht winterweer,  maar met 2,9 graden ook niet koud te noemen.
Het was wel een erg sombere maand met slechts 24 zonuren (alleen januari 1969 was nog somberder).

Februari 1973 was thermisch gezien identiek aan januari,  maar kende verder geen bijzonder weer,  of het moet een plens regen zijn op 12 februari (Ruim 37 mm lokaal in Friesland,  iets wat niet vaak voorkomt in februari).

Over maart  kan ook niet heel veel vermeld worden,  alleen dat het een vrij rustige maand was als een stilte voor de letterlijke storm.
Die bewuste storm kwam er op 2 april.
In de middag haalde de wind stormkracht 9 aan de kust (Vlissingen,  Hoek van Holland)  en tegen de avond bereikte de kern van de stormdepressie de wadden en kwam het tot windkracht 11 in Ijmuiden en Lelystad.

De storm leek veel op de storm van 13 november 1972, met name de baan waarover deze trok en onder meer ook de plek waar de storm ontstond (New Foundland)  en vanwege ook het feit dat het een storm was die niet erg lang aanhield.
De korte, maar hevige storm richtte wederom veel schade aan:  bomen op de Veluwe en in Utrecht die de vorige storm in november nog maar net hadden weten te overleven gingen er nu alsnog aan  en vele kassen in het Westland verloren hun ramen.

Het zendschip van Veronica (Norderney) liep tijdens de storm vast bij Scheveningen.
De bemanning gooide voordat ze zouden stranden vlug de zendkristallen van boord, zodat het juridisch gezien geen zendschip meer was.



















De maand april was een koude en wisselvallige,  met geregeld nachtvorst en hagelbuien.
In mei was het wel wat warmer, maar viel er ook veel neerslag,  met name op 21 mei toen er in De Bilt 34 mm viel en in Drenthe lokaal wel 50 mm:  voor meibegrippen erg hoge sommen.

Na een natte tweede juni (tevens een koele dag waarbij het hooguit 13,5 graden werd)  kwam het gauw goed wat betreft de zomer.
Vrijwel de rest van de maand viel er geen druppel regen en was het vrij warm te noemen.
De eerste week van juli hield het droge en zomerse weer nog aan,  met een tropisch warme 5 juli als hoogtepunt.
Vervolgens verviel de zomer (met name in de tweede helft van de maand) in koeler kwakkelweer.

Begin augustus poogde de zomer even terug te komen,  maar dat leverde wat hemels vuurwerk op  en een paar dagen buiig en winderig weer.
Echter nam daarna de hogedruk weer de regie in handen en volgden toch nog eens drie mooie zomerweken.

Een dipje eind augustus en begin september werd al gauw weer gevolgd door nazomer.
5 september werd nog bijna tropisch warm in De Bilt en ook daarna bleef het nog een langere tijd nazomeren.

Van nazomer was er in oktober minder sprake,  op een redelijk warme fase in het begin van de maand na.
Daar volgde een aantal weken koude en bij tijden behoorlijk natte periode op.

Eind november was er dan sprake van een eerste winterprik.
Met koude poollucht die over ons land uitstroomde werden er hagel -en sneeuwbuien aangevoerd.
In het noorden kwam het al tot een sneeuwdek van 10 -tot plaatselijk  21 centimeter.
Onder een heldere, windstille hemel zakte het kwik zelfs al onder de - 16 graden en kwam op 1 december op veel plaatsen niet boven het vriespunt uit.
Op 2 december werd het nog iets kouder (in Wageningen zelfs - 21,7) ,  maar dat zou ook het voorlopige winterse hoogtepunt worden.
De volgende dag draaide de wind naar het zuidwesten en was het voorlopig gedaan met de winter.


Neerslag 1973 in Gemert:


januari:   21,1
februari:  60,8
maart:     19,3
april:       77
mei:        78,4
juni:        48,2
juli:         73,8
augustus:   20,4
september:  43,2
oktober:      73,5
november:   55,6
december:   61,1

jaar:  632,4








donderdag 17 oktober 2013

Ter vermaack: een aantal soorten winters en zomers uitgelicht.

Het gros van de zomerseizoenen en winterseizoenen zijn vrij typisch Nederlands:  perioden van standvastig weer,  afgewisseld door (in de zomer) regen -en onweersbuien  of in de winter:  zacht herfstachtig weer.
Toch zijn er naast de gewone afwisselende seizoenen ook wat andere typen te vinden die nu en dan (en soms vaker)  voorkomen.

Een paar zomertypes uitgelicht:


De "Vroege-hoopgevende-zomer-die-vervolgens-compleet-inzakt"

Vaak is het dan in mei prachtig weer met een aantal zomerse dagen  en ook in de eerste helft van juni is het zomerweer wat de klok slaat,  maar dan vlak voor de langste dag.. *poef*  weg zomer!
Soms keert ze na weken herfstmoesson nog terug,  maar ooit mag je zelfs tot volgend jaar wachten.

Voorbeelden:  1966, 1980, 1988,  1993, 2007, 2011


De "opbouwende zomer"

Begin juni is het dan waardeloos weer:  het kwik haalt met moeite de dubbele cijfers,  het regent regelmatig  of in een zeldzaam geval wordt er zelfs natte sneeuw gezien.
Iedereen klaagt "waar is toch die zomer?!"  maar het komt goed:  enkele weken later (of in sommige gevallen vanaf de hondsdagen) zit gans Nederland te bakken en dat kan dan blijven duren tot in september.

Voorbeelden:  1975, 1991, 1995, 2012


De "topzomer"

Het type zomer "die zowat in mei begint"  (soms nog eerder).
Gewoon maandenlang warmte,  soms meerdere hittegolven  en de mensen in de straat beginnen zelfs naar regen beginnen te snakken,  om over boeren nog maar te zwijgen.

Voorbeelden:   1947, 1959, 1976, 1983, 2003


De "zomer waarin augustus even het neerslagtekort goed wil maken"

Twee zomermaanden is het prachtig zomerweer,  vaak ook erg warm.
Echter slaat het om in of net voor augustus  en volgt er een opeenvolging van buien, ondergelopen kelders, mensen in roeibootjes op straat en een mix tussen "neerslagtekort wegwerken"  en  klaagzangen van vakantiegangers die tijdens de hitte moesten werken en in augustus hun tentje zien wegdrijven op de camping in Renesse of Ameland.

Voorbeelden:  1917, 1941,  1969, 2006, 2010


Een aantal wintertypes


De "Vroege-hoopgevende-winter-die-vervolgens-compleet-inzakt"

Ook de winter kent dit type.
Het wordt erg koud in oktober of november  en men bericht al van het begin van een strenge winter  of op zijn minst een boel koudeliefhebbers beginnen stiekem te hopen dat de jahrhunderd-winter is aangebroken.
Maar in de echte winter valt het tegen of is het zelfs voornamelijk een westcirculatie van Canada tot in Japan.
In sommige gevallen wordt december een ware moesson  en hoewel er  vaak in  februari nog een winters stukje volgt,  balen winterliefhebbers de sneeuwballen uit hun broek.

Voorbeelden:  1965 - 1966,  1973 - 1974,  1980 - 1981, 1993 - 1994,   2003 - 2004


De "konijn uit de hoge hoed winter"

De winter lijkt kansloos:  december is zacht,  in januari valt er hooguit een verdwaalde sneeuwbui en ogen de weerkaarten eerst nog kanslozer dan een relatie met Gordon.
Dan verschijnt toch nog koning winter en zijn Russische Beer.
Eind januari en Februari wordt dan andere koek (en zopie):  koud met soms ook nog een elfstedentocht.

Voorbeelden: 1954, 1956, 1986, 1991,  2012


De "vuile winter"

Koud, guur kwakkelend winterweer.
De strijd tussen de zachte oceaanlucht en de kou uit het noorden en oosten vindt plaats boven of net naast Nederland  waardoor het zout in januari al op is,  de treinen amper rijden  en de sneeuwballen je om de oren vliegen.
In sommige gevallen kan er op straat geschaatst worden  of raken dorpen ingesneeuwd.
Hoewel het koud is  zit een elfstedentocht er dankzij sneeuw op het ijs  niet in.

Voorbeelden:  1970, 1979, 2010, 2013


De Echte winter.

Uitleg behoeft deze eigenlijk niet:  totale winter met alle aspecten van een winter.
Drie (of minimaal twee)  maanden Kou.

Voorbeelden: 1942, 1947, 1963 , 1985, 1996

Hoe was het weer in? 1974

Na een december die aan de koele kant was  begon het nieuwe jaar 1974 met een korte winterprik.
Heel lang hield het niet stand en de verdere maand was het zacht, maar niet echt onstuimig of nat te noemen.
Veel winterse aspiraties had ook februari niet,  de temperaturen liepen tegen het midden van de maand zelfs al een aantal dagen op in de dubbele cijfers.

Begin maart was het echter wel vrij koud:  in de nachten vorst en overdag enkele graden boven het vriespunt.
Langzaam krabbelde het op  en viel er geregeld regen,  tot de hogedruk rond het astronomische begin van de lente het heft in handen nam  en het zacht en droog werd.
Met name de eerste helft van april was warm en droog met een aantal warme dagen van 20+ graden.
In de tweede helft werd het iets koeler.

Inmiddels had het vanaf 21 maart niet of nauwelijks meer geregend  en pas ruim een maand later vielen er op grotere schaal weer wat verkwikkende druppels.
Even leek april 1974 op een bijzonder record af te stevenen met slechts 3 millimeter neerslag,  maar op de 29e regende het een tijdje harder door en eindigde de maand op een kleine 10 mm (in De Bilt,  in Gemert viel meer).

Aan de andere kant van de oceaan werden weer andere records gevestigd:  in de USA vond een tornado-uitbraak plaats met maar liefst 148 tornado's in twee dagen!
Dit record zou overigens in 2011 verpulverd worden.

Mei werd overigens geen uitschieter qua warmte en droogte:  een vrij modale en wat te koele maand die het begin van een periode met een aantal koelere maanden in zou luiden.

De zomer kende weinig uitschieters naar boven,  sterker nog:  op 10 juni werd pas de eerste zomers warme dag gehaald in De Bilt  en in juli kwam het kwik slechts af en toe boven de 20 graden.
Echt nat was de zomer ook niet te noemen overigens.

Na een paar natte dagen in augustus bleef het de rest van de maand droog en was het ook de beste maand van de zomer  met wat zomerse dagen.
Aan de droogte kwam met september op de kalender een abrupt einde.
Het begon vrijwel meteen te regenen,  te waaien en dat natte werk werd afgewisseld met wat buien en een enkele droge dag.

De temperaturen lagen vrijwel constant onder het gemiddelde  en ook van oktober hoefde weinig nazomer verwacht te worden.
Hier bepaalde een koudeput het weer,  met uiteraard weer de nodige regen  en wanneer de koudeput wegtrok waren er wel weer andere depressies om het een onstuimig, kil en nat feest te maken.

Boeren begonnen nu problemen te krijgen met de oogst:  door de vele regen zakten de landbouwmachines weg in de modder of begonnen de boeren niet eens aan een poging om met hun tractor het land op te gaan.
Het leger zou er uiteindelijk aan te pas moeten komen om te helpen oogsten.
In oktober kwam het naast de vele regen ook regelmatig tot nachtvorst,  waardoor de maand met slechts 7 graden gemiddeld,  zeer koud was.











Typerend weerbericht uit de herfst van '74



De depressietrein met vrijwel dagelijks regen denderde in november gewoon vrolijk verder.
Hiermee werd de herfst een extreem natte met neerslagsommen die landelijk varieerden tussen de 300 en ruim 500 millimeter.
Ondertussen besloten veel boeren het verdere oogsten maar op te geven.
Tussen 20 november en 20 december viel er (ook)  te Gemert iedere dag neerslag,  een record.

Omdat het in december op dezelfde toer doorging werd de aangevoerde lucht nu eerder veel te zacht dan te koel voor de tijd van het jaar.
Zo kan het gebeuren dat de wintermaand in De Bilt zelfs 0,3 graden warmer zou verlopen dan oktober!
De wind trok tijdens het passeren van de vele depressies ook regelmatig stevig tot hard aan.
Tijdens de kerst werd het ook ruim 12 graden  en aangezien er opnieuw veel regen viel  werd 1974 toch een behoorlijk nat jaar.

Uitzonderlijk is ook het voorkomen van vier opvolgende maanden met op veel plaatsen meer dan 100 millimeter neerslag.
In De Bilt kwam het eerder voor in 1930,  toen er vijf maanden na elkaar meer dan 100 millimeter viel.








Neerslag 1974  in Gemert:

januari:  57,4
februari:  53,7
maart:    67,7
april:    23,9
mei:    28,1
juni:   47,9
juli:    89,9
augustus:  63,5
september:  105,7
oktober:    108,2
november:  107,9
december:  124,3

jaar:  878,2

woensdag 16 oktober 2013

Hoe was het weer in? 1975

Na de recordnatte herfst ging het in december 1974 vrolijk verder met het zachte en natte weer,  dankzij een bulderende westcirculatie.
Deze wintermaand verliep ook zeer zacht  en met 1975 op de kalender wist het zachte en natte patroon nog niet meteen van wijken.
De neerslaghoeveelheden liepen wat terug,  maar januari was nog altijd veel te zacht.

Halverwege de maand verschenen de eerste beelden van velden vol madeliefjes, even later stonden de pruimen al in bloei en een enkele vlinder waagde zich in januari ook al buiten.
Van winter zou het nog wel een beetje komen in februari  en ook de regenkraan zou nog verder dichtgedraaid worden.
Goed nieuws voor de boeren,  die nog wat bieten konden oogsten welke  in de kletsnatte maanden daarvoor min of meer onbereikbaar waren geraakt in de blubber.

In februari volgen een aantal winterprikken,  maar geen groots winterwerk  waardoor de winter 1974 - 1975 op dat moment de zachtste is  met 5,5 graden gemiddeld.
Slechts drie winters zouden dit (tot aan 2013)  record aanscherpen.

Minder zacht begon de lente  met een wisselvallige en koele maart,  die met 4,9 graden kouder verliep dan januari en december.
Ook in april bleef het wisselvallig met vooral in de eerste helft van de maand geregeld winterse buien.  Mei verliep eveneens koel,  met een aantal flinke onweersbuien.
Na de zeer zachte winter dus geen warme lente en in het aantal zonuren scoort hij ook erg laag.

Begin juni was het ook niet bepaald zomer te noemen wanneer een bel koude lucht naar onze omgeving uitzakte en er buien vielen bij lage temperaturen.
Op 2 juni werd er tijdens die buien op sommige plekken zelfs natte sneeuw gezien!
In het Verenigd Koninkrijk is het zelfs zo dat er op een aantal plaatsen zich een sneeuwdek tot 2 centimeter vormde  en op de Schotse hooglanden kwam het zelfs tot 15 cm!

Na deze spectaculaire dip kwam het wel goed met de zomer.
De rest van de maand verliep een heel stuk warmer.
Wel vielen er zware onweersbuien op 23 en 24 juni,  waarbij er op een aantal plaatsen meer dan 100 millimeter werd afgetapt,  in Rotterdam en Gouda zelfs meer dan 140 mm met uiteraard een boel overlast tot gevolg.

In juli was het warm, maar ook geregeld onbestendig, zomerweer.
Regelmatig kwam het tot flink onweer in ons land wanneer vochtige hitte werd verdreven door droge koude lucht.
Tegen het eind van de maand werd er afscheid genomen van de opeenvolging van invallen van de warme -danwel koude lucht:  de warmte nam gewoonweg de regie in handen.

Op 29 juli begon daarmee een bijzondere hittegolf.
Deze is bijzonder vanwege het feit dat het voor het eerst sinds 25 jaar weer tot een hittegolf komt  en daarbij zal het ook een recordlange hittegolf worden die 18 dagen standhoudt.
De eerste decade van augustus 1975 had een gemiddelde temperatuur van 23,6 graden wat erg warm is voor Nederlandse begrippen (ter vergelijking:  juli 2006 is de warmste zomermaand met gemiddeld 22,3 graden).

















Na de hittegolf volgde nog prima zomerweer  en ook in september waren er een heel aantal prima nazomerdagen.
Echter gooide oktober het over een andere boeg.

De maand startte vrij zacht,  maar  vanuit het noorden stroomde rond 12 oktober erg koude lucht richting Nederland.
Hierin ontstond een kleine depressie  die er voor zorgde dat vele Nederlanders op 13 oktober zouden ontwaken in een witte wereld,  terwijl de grote vlokken nog bleven vallen!
Het was Ć©Ć©n van de vele extremen die 1975 kende op weergebied:  een boterzachte winter, begin juni natte sneeuw,  een recordhittegolf in augustus en vervolgens erg vroege sneeuw.


















Ook toen werden er al foto's gemaakt van sneeuw met daarbij de datum.

De maanden november en december deden echter niet veel geks:  november verliep wel vrij nat  en in het midden van december was er een koude periode met een aantal nachten matige vorst.
De wintermaand verliep hiermee wel een stuk kouder dan een jaar eerder.


Neerslag  1975 in Gemert

januari:   66,5
februari:  32,8
maart:    87,6
april:     49,3
mei:      20,2
juni:      83,6
juli:       102,5
augustus:  27,1
september:  63,6
oktober:     23,6
november:  84,6
december:  23,6

jaar:  665






dinsdag 15 oktober 2013

Hoe was het weer in? 1976

Het jaar 1976 was nog maar een ruime dag oud en het weer liet al flink van zich spreken.
Een zware storm trok over het Verenigd Koninkrijk met zware regenval en verschillende dodelijke slachtoffers als gevolg  en ging vervolgens ook  over Nederland en BelgiĆ«.
Hier leverde dit ook veel schade op.
Bossen die in november 1972 al een zware storm hadden moeten verduren verloren nog meer bomen,  de Bonifatiuskerk in Leeuwarden verloor zijn spits en een kerk in Amstelveen verloor het complete dak.
Ondertussen werden door de hoge golven grote stukken duin weggeslagen,  waarbij op Ameland zelfs hotel Steinvoorte in de zee verdween en vlakbij het eiland zonk ook het schip Capella.
In Vlissingen werd een gat in de boulevard geslagen.
Tenminste tien mensen verdronken op volle zee  en op het vaste land van Nederland kwamen twee mensen om.
De storm haalde op verschillende plaatsen windkracht 11  en er werden windstoten waargenomen die orkaankracht bereikten.














Na de storm bleef het nog een tijdje zacht winterweer,  alvorens het richting eind januari flink kouder werd na het overtrekken van een storing met een aardig pak sneeuw.
Dit leverde een tijdje sneeuw -en ijspret op tot na de eerste week van februari de temperaturen weer geleidelijk opliepen.
Ondanks de verzachting bleef veel neerslag uit  en bleek dit een begin te zijn van wat later een problematische droogte zou worden.

Hoewel de temperaturen opliepen blijft de progressie in maart steken.
Het kwik zakt tussen 5 en 9 maart in de nachten diep onder het vriespunt en komt er overdag niet ver bovenuit,  zodat het een aantal dagen op rij tot een negatief etmaalgemiddelde komt.
Echter zo koud als in 1971 wordt het niet.
De temperatuur leefde vervolgens wel weer op, maar ook rond het begin van de astronomische lente zakte het gemiddelde nog eens onder nul.

In april was het ook nog niet warm, maar wel vrij droog en zonnig.
Tot laat in de maand kwam het tot nachtvorst,  op 29 april zelfs nog - 7,2 graden te Deelen.
De koelte verdween begin mei en maakt plaats voor zomerse warmte.
Een eerste zomerstoot was er waarbij de 30 graden ook al gauw een feit is in Volkel (7 mei)  en De Bilt bereikt dit op zondag 9 mei.
Na een vijftal dagen warm weer zakte de temperatuur weer en volgt een normalere periode voor mei.

Wel bleven grote neerslagsommen uit  en was de lente in zijn totaliteit erg droog.
In De Bilt is het tot dan de droogste lente van de eeuw  met slechts 66 millimeter neerslag  en ook in het aantal zonuren staat de lente op dat moment aan kop.

De zomer begon kil en somber  met een noord-westen wind.
Op 3 juni bleef het kwik steken op 11,6 graden in De Bilt,  waarmee de zonaanbidder niet bepaald vrolijk wordt.
Echter,  aan de zomer werd hard gewerkt door een uitloper van het Azorenhoog ons land toe te werpen die voor een kortstondige warme periode zorgde alvorens het weer even terugviel met koeler en af en toe ook regenachtig weer.

Het weekend van 19 en 20 juni valt compleet in het water wanneer een front stil komt te hangen boven het land en er aardig wat regen valt en op de zondag de temperatuur blijft steken op slechts 14 graden.
Maar voor de zonliefhebbers niet getreurd:  na deze dip (ook nog eens in het weekend)  nam hogedruk de regie over en de temperaturen stegen vlug evenals het aantal uren zonneschijn.

Slechts drie dagen na het verregende weekend begon een hittegolf die maar liefst 17 dagen zou aanhouden!
Na de hittegolf bleef het over het algemeen in de rest van juli en augustus gewoon doorzomeren.
Voor de zomerliefhebbers uiteraard prachtig,  maar voor de landbouw een serieus probleem.
Sinds februari is er weinig regen gevallen en dus moet het water op rantsoen en dreigen oogsten te mislukken.
Er waren zelfs boeren die bidden om regen.
















De schaduwzijde van droog zomerweer..

In september viel er meer regen,  maar het zijn echter geen enorme hoeveelheden.
Wel genoeg om de ergste droogte een beetje te blussen.
Echter oktober was,  zoals al veel maanden in 1976,  droog.

Hoewel november niet nat te noemen was,  was het zeker in vergelijking tot de zonovergoten zomermaanden een bijzonder sombere maand.
Slechts 20 uur schijnt de zon in De Bilt,  waarmee het de somberste november is sinds 1901.

De winter lijkt er echter wel aardig zin in te hebben in december met temperaturen die vaak rond het vriespunt schommelden  en een daling na de erg zonnige kerstdagen.
De laatste dagen van 1976 verliepen koud,  maar of dat een opmaat zou zijn voor een koude winter?

Zie:  Hoe was het weer in 1977?


Neerslag 1976 in Gemert:

januari:  84,2
februari:  17,6
maart:   28,4
april:     6,4
mei:      41,5
juni:     24,1
juli:      35,1
augustus:  26
september:  67,8
oktober:     38
november:   73,7
december:   61,9

jaar:  504,7


woensdag 9 oktober 2013

2013 is een jaar van te koude maanden, maar hoe bijzonder is dat?

Met een waarschijnlijk ook te koele oktober op te kalender gaat 2013 de geschiedenis in als een jaar met behoorlijk veel te koude maanden voor het langjarig gemiddelde.
Nu ligt dat langjarig gemiddelde uiteraard ook behoorlijk hoog na de warme jaren '90 en jaren '00  waarin er jaren voorkwamen waarin bijna iedere maand te warm verliep.

We nemen er de langjarige gemiddelden bij die zijn berekend door het KNMI,  maar ook oude langjarige gemiddelden die ik zelf heb berekend  aan de hand van de gegevens van De Bilt op Mscha.org.

De gemiddelden  per maand  zijn als volgt:

















Opvallende feiten uit de gemiddelden zijn dat vooral september erg stabiel is:  tussen 1921 en 1950 haalde september gemiddeld 14,2 graden  terwijl dat tussen 1981 en 2010  slechts 0,3 warmer is.
De late herfst -en wintermaanden zijn het sterkst opgewarmd (grootste verschil is januari met 1,7 graden).
Ook juni blijkt door de jaren heen een vrij stabiele factor:  vaak hing het gemiddelde op 15,2  en pas sinds 2010 kwam daar bijna een halve graad bij,  maar dat is slechts 0,2 warmer dan tussen 1931 en 1960.


De vraag is echter:  hoeveel jaren hebben 6 of meer te koude maanden?

Hierbij heb ik alle jaren tot aan 1951 bekeken  waaruit opviel dat de 6 (waarschijnlijk 7)  te koude maanden van 2013 niet heel erg bijzonder zijn als je het bekijkt over al die jaren.

Hierbij ga ik uit van het feit dat een maand tussen 0 en 0,2 graden mag afwijken voordat deze te warm of te koud is.

Tussen 1951 en nu  rollen daar de volgende jaren uit:

2010:   7 maanden te koud
1996:   7 maanden te koud
1985:   6 maanden te koud
1984:   6 maanden te koud
1980:   6 maanden te koud
1979:   8 maanden te koud
1978:   7 maanden te koud
1972:   7 maanden te koud
1970:   7 maanden te koud
1966:   6 maanden te koud
1965:   9 maanden te koud
1964:   8 maanden te koud
1963:   9 maanden te koud
1962:   9 maanden te koud
1958:   6 maanden te koud
1956:   6 maanden te koud
1954:   6 maanden te koud


Dat levert dus een aardig rijtje op.
Dat daarin ook een aantal grote winters voorkomen is natuurlijk geen wonder.
En ook een aantal koude jaren vormen clusters,  met daarin 5 opeenvolgende jaren in de jaren '60  toen de gemiddelden van 1931 - 1960 golden.
De kou in de sixties zorgden ervoor dat tien jaar later de meeste maanden een gemiddelde temperatuur toebedeeld kregen die soms 0,4 graden lager lagen!

In 2013 is tot dusver de grootste afwijking maart met maarliefst  3,7 graden in de min ten opzichte van het langjarig gemiddelde.
Voor maart is dit een heel bijzonder gegeven,  waarschijnlijk moet je ver terug om een vergelijkbare afwijking in de min te vinden voor deze lentemaand.
De andere koude maanden bivakkeren tussen 1,6 en 0,3 graden te koud.


In de periode 1951 - 2013  de tien maanden die verhoudingsgewijs het koudst zijn:

01.  Februari 1956      - 8,7
02.  Januari 1963        - 7,0
03.  Februari 1986      - 5,9
04.  Februari 1963      - 5,5
05.  December 2010   - 5,1
06.  Januari 1985        - 5,0
07.  Januari 1987        - 4,7
08.  Januari 1979        - 4,6
09.  December 1969   - 4,4
10.  December 1995   - 4,1


Leuk om te zien hoe december 2010 zich tussen een boel oude klassieke wintermaanden heeft geschaard.
De afwijkingen in zomer,  lente -en herfstmaanden is minder groot.
De koudste maanden die niet toebehoren aan de meteorologische winter zijn  november 1993 en maart 2013 met een afwijking van - 3,7



Of de winter 2013 - 2014 ook koud gaat worden is de vraag.
Er heerst sinds 2008/2009 een patroon waarin elke winter minstens Ć©Ć©n koude (sneeuwrijke) wintermaand voorkomt,  maar dat patroon kan zomaar worden doorbroken,  of de komende winter gaat ook nog even uithalen natuurlijk.



dinsdag 13 augustus 2013

18 juni 1966: een zwaar buiencomplex.

De zomer van 1966 was een zeer natte.
Na een mooie meimaand en een warme start van juni sloeg het weer om in een opeenvolging van zware buien en andere natte invallen.

Op zaterdag 18 juni breekt er een zwaar onweer los wanneer een storing vanuit het zuiden noordwaarts naar de Duitse bocht trekt.
Het regent (en waait op sommige plekken) flink door.
Klazienaveen is met slechts 8 millimeter de droogste plek,  terwijl er op grote schaal 30 tot 80 millimeter valt.
Voor Gemert is een som van 62,3 millimeter het nog altijd staande dagrecord,  maar een landelijk neerslagrecord wordt er niet bereikt want nergens valt er meer dan 89 mm.
Hetgeen wel in Belgiƫ gebeurt waar in de Ardennen een aantal plaatsen meer dan 100 mm aftappen.


maandag 12 augustus 2013

Reconstructie: oude neerslagkaart(en).


Een klein beetje plagiaat?
In elk geval een leuk overzichtje van de neerslagsommen uit lang vervlogen tijden.
Sinds 1951 zijn er een boel neerslagstations van het KNMI,  dus genoeg oudere gegevens om op te zoeken  en te verwerken tot een overzichtje.

Het eerste is een kaartje dat een beetje weergeeft hoeveel water (al dan niet als hagelstenen) er naar beneden kwam tijdens een zwaar onweer in de nacht van 3 op 4 juli 1952.
De grootste sommen vielen in west-Brabant  met Steenbergen als absolute uitschieter naar 123,7 millimeter.

Je ziet ook  dat de zwaarste neerslag in een strook van zuidwest naar noordoost ligt en limburg,  delen van de achterhoek, en veel westelijke en noordelijke delen van de kustprovincies relatief droog bleven met sommen tussen de 2 en 20 millimeter.

Een vervolg komt er nog,  met onder meer de uitzonderlijk natte 3/4 december 1960  en een stevig buiencomplex (onweer) in juni 1966 (waarbij Gemert de tot dusver hoogste neerslagsom haalde sinds 1951.)
Voor het stuk over de zware buien op 24 augustus 2002 maak ik tot slot nog een extra versie.

vrijdag 26 april 2013

Op naar de laatste koninginnendag met Beatrix

Met de voorlopig laatste koninginnendag in zicht blik ik eens terug op alle koninginnendagen tijdens de periode dat Beatrix onze koningin was.
Hoe was het weer  en  zien we inderdaad die trend van een opwarmend eind van april?

30 april 1980
Juliana's verjaardag viel op 30 april,  maar de verjaardag van Beatrix op 31 januari.
Om de inmiddels ontstane traditie van buitenactiviteiten en feesten in leven te houden besloot men om 30 april als koninginnendag aan te houden.

De inhuldiging van Beatrix verloopt met heerlijk voorjaarsweer.
Het is een zonnige dag en de temperaturen halen liggen tussen de 14 °C aan de kust en  18 °C in het zuiden,  het blijft daarbij droog.


1981
Druilerige koninginnendag met ruim 10 mm neerslag in Volkel en 7 mm in De Bilt,  het regent een groot deel van de dag en de zon laat zich niet zien.
Temperaturen komen niet hoger dan 11 °C

1982
Warm is het ook niet te noemen in 1982: de temperatuur stokt op de meeste plaatsen tussen de 8 en 9,5 °C  en daarbij regent het ook een tijd.
De zon laat zich wel eventjes zien.

1983

Na een aantal natte dagen herstelt het weer zich op koninginnendag.
Op veel plaatsen is de temperatuur op koninginnendag een verdubbeling van een jaar eerder,  rond de 18 °C.
Het is daarbij ook een hele zonnige dag.

1984
Op wat regen in het zuiden na (vermoedelijk 's nachts)  is het een droge en zonnige dag.
De temperaturen slechts ietsje lager dan in 1983,  zo tussen de 16 - 17 °C.

1985
Koel voorjaarsweer waarbij op de meeste plaatsen de temperaturen niet aan de 11 °C raken.
Daarbij is het bewolkt  en valt er op een aantal plaatsen ook een buitje.

1986

Aan de kust is het wat koeler dan in het binnenland (13 - 16 °C),  maar met veel zon, een licht briesje en geen regen een aangename dag.

1987
Wat minder zonnig en met een buitje verloopt koninginnendag 1987.
Daarbij wordt het wel lekker warm,  op de meeste plaatsen stijgt de temperatuur boven de 20 °C

1988
Ook ditmaal wordt het warm,  met een afwisseling van zon en wolkenvelden:  20 - 21 °C.
Het blijft nu ook helemaal droog.

1989 (29 april)
Koeler dan de twee voorbije jaren:  13 tot 16 °C  maar wel veel zon.

1990
Opnieuw een warme koninginnendag  met temperaturen die tussen de 20 en 22 °C liggen, waarbij de zon ook uitbundig schijnt.

1991
Een dag van tegenstellingen.
In het noorden is het aardig weer met geregeld zon, maar warm is het echter niet (ongeveer 11 °C hooguit).
In het midden is het de hele dag bewolkt  en in het zuiden is het ronduit slecht: koud (maximaal 8 - 9 °C) met langdurige regen.

1992
Niet heel veel beter is het dit jaar.
De zon laat zich af en toe zien,  er valt een beetje regen  en de temperaturen liggen tussen de 12 (noorden-kust) en 15 °C

1993
Anders is het in 1993.
Zonnig, droog en de temperaturen zijn het hoogst van alle koninginnendagen sinds 1949.
In Eindhoven wordt het zelfs bijna exact 20 °C warmer dan in 1991 met een zomerse 28 °C.
In De Bilt blijft het kwik een tiende onder de 27 graden steken,  maar desondanks voelt dat net zo zomers aan.

1994
Tegenstellingen tussen noord en zuid zijn groter in 1994.
Hoewel het zonnig en droog is  is het in Leeuwarden hooguit 14,6 °C  terwijl in het zuiden de 20 graden makkelijk wordt overschreden.

1995 (29 april)
Qua temperaturen doet koninginnendag 1995 het wat rustiger aan (tussen de 10 °C aan de noordkust  en 16 °C in het binnenland)  en er is een afwisseling van zon en wat wolkenvelden.
Droog blijft het wel.

1996
Deze begint koud (lichte nachtvorst in het binnenland),  maar overdag,  met een zonnetje, worden op een aantal plekken in het binnenland de 15  °C  gehaald.

1997
Opnieuw een zonnige dag  met een typische temperatuurverdeling van vrij koud aan de kust en 16 °C  in het binnenland.  Ook nu blijft het droog.

1998
Bewolkte dag met slechts een paar opklaringen in de middag.
De temperaturen zijn vrijwel vergelijkbaar met een jaar eerder.

1999
Zonovergoten dag met in het zuiden een warme dag (boven de 20 °C).
In het noorden en westen blijven de temperaturen iets achter (14 - 17 °C),  maar dat mag de pret niet drukken.

2000 (29 april)
Na een reeks mooie en vooral ook droge koninginnendagen is het anders in 2000.
Er valt af en toe regen,  de zon laat zich niet zien  en het wordt niet warmer dan 15 °C.
In het noorden is het iets beter ditmaal,  daar wordt het op een aantal plaatsen 18 °C  en schijnt de zon af en toe.

2001
Prima voorjaarsweer met in het zuiden 20 °C en veel zon.
In het midden vallen daarbij ook wat buien  en liggen de temperaturen rond de 17 °C (aan de kust nog iets koeler).

2002
Deze dag verloopt minder fraai.
Het is bewolkt  en in het westen en noorden regent het langere tijd en wordt het niet warmer dan 14 °C

2003
Tegenvallend weer is het opnieuw in 2003.
Na een mooie periode in april slaat het om en onder meer Koninginnedag verloopt grijs en buiig.
In het oosten valt op een aantal plaatsen ruim 10 millimeter.
Het enige dat wel redelijk is  zijn de temperaturen,  die zitten tussen de 14 en 16 °C.

2004
Warm en zonnig met temperaturen die op een aantal plaatsen boven de 24 °C uit weten te stijgen.
Echter is het geen stabiel weer,  want later op de dag gaat het van het zuiden uit onweren.
Sommige buien pakken zwaar uit met veel hagel (in zuid Limburg)  en wolkbreuken in onder andere Eindhoven,  waar de binnenstad in een zwembad verandert.

2005
Een veelal bewolkte, maar toch droge en warme dag.
Het wordt op een aantal plaatsen 20 °C,  maar de feestvierders hebben eigenlijk een beetje pech:  op 1 mei 2005 wordt het zonnig en volop zomers,  zelfs tropisch warm in het zuiden.

2006 (29 april)
Gure koninginnendag met slechts 11 °C  als hoogste temperatuur.
Er vallen een aantal regen -en hagelbuien,  maar tussendoor schijnt de zon ook nog geregeld.

2007
Een dag die een bijzondere droge en warme april afsluit in stijl.
Het wordt op veel plaatsen 20 °C  met een strakblauwe hemel.

2008
Niet koud, maar ook niet heel mooi te noemen.
Af en toe zon  en wat buien in de ochtend en vroege middag.
De temperaturen liggen tussen de 14 en 16 °C.

2009

Prima weer met veel zon en temperaturen tussen de 16 en 20 °C.

2010

Nadat het op 29 april warm werd  ging het 's nachts onweren en volgde een heel ander weertype op koninginnendag.
De dag start vrij guur met wind en regenbuien,  maar later op de dag zijn er brede opklaringen en in het zuiden (Maastricht) wordt het zelfs nog 19 °C

2011
Weer een prima dag met veel zon en temperaturen rond de 20 - 21 °C.

2012
Na een wisselvallige en koele periode  knapt het weer flink op.
Veel zon en op veel plaatsen wordt het 22 - 23 °C.

De meeste koninginnendagen verlopen dus vrij aardig tot echt heel mooi.
Op de slechtere koninginnendagen zijn er doorgaans ook delen van het land waarbij het nog zonnig of zelfs vrij warm wordt.
Echt koud is het de voorbije jaren niet meer geweest, al lijkt 2013 wel een vrij frisse te worden.

vrijdag 22 maart 2013

Overzicht van het bijzondere weer per jaar (1989 - 1960)

1989:
Erg zachte winter met slechts 1,9 hellmannpunten.
Depressie die over Nederland trekt zorgt op 26 februari voor recordlage luchtdruk(956 hpa),  zonder storm.
Zachte en natte maart.
Koude april.
Recordzonnige en droge mei.
Droge en warme zomer (na een natte start van juni).
Koud einde van november en begin december,  maar daarna een zacht vervolg van de winter.
Droog en warm jaar.

1988:
Eerste drie maanden erg nat.
Somberste jaar van de afgelopen eeuw.
Droge april  en een warme mei.
Sombere, koele zomer (met name juni erg somber).
24/25 september veel regen.
Erg zachte en sombere december.

1987:
Koude januari,  14 januari extreem lage gevoelstemperatuur door harde wind (- 28 graden).
Veel sneeuw in het noorden.
Koude maart met de ijzelramp in noord-Nederland.
Erg zachte april.
Koude mei.
Erg sombere juni.
Matige, natte zomer.
Zware storm in oktober.
Eerste helft december vrij koud,  daarna zacht.
Somber jaar (1988 verbrak echter meteen het sombere record met nog minder zonuren).

1986:
Koude en erg droge februari  met elfstedentocht.
Storm op goede vrijdag (28 maart).
Nat einde van een aardige zomer (dankzij orkaanrestanten).
Witte kerst (in elk geval in Gemert).

1985:
Koude, droge winter  met de eerste elfstedentocht sinds 1963 in februari.
Matige zomer.
Nazomerweer eind september - begin oktober.
Koude november met geregeld sneeuw.
December zacht.

1984:
Natte, onstuimige januari  met op 22 januari een heuse sneeuwstorm.
Koude lente.
Opnieuw een sombere, natte mei.
Droge, maar vrij koele en sombere zomer.
Ook september erg somber.
Natte herfst.
Zachte, maar droge december.

1983:
Erg zachte januari.
Storm begin februari (30 jaar na de watersnoodramp).
Koele en natte lente,  vooral mei erg nat en erg somber.
Kanaalrat tijdens hemelvaart met een boel ongelukken tot gevolg.
Na de natte lente volgt een droge en warme zomer.
Vrij droge herfst  met begin oktober nog een zomerse dag in het zuiden.
Eind november een zeer diepe depressie (954 hpa op de wadden) , maar geen zware storm,  wel veel regen (in een verder zo goed als geheel droge maand).

1982:
Januari koud (maar niet lang genoeg voor elfstedentocht).
Zonnige en warme mei.
Hittegolf eind juli, begin augustus.
Natte oktober.

1981:
Onstuimige januari en deels februari,  gevolgd door een tijdje winter in februari.
Erg natte en erg sombere maart.
Koud weer met pasen.
Matige zomer (echter niet heel nat).
Erg natte oktober , met op 6 oktober een vliegramp in Moerdijk,  veroorzaakt door een windhoos.
Koude, sneeuwrijke december  met bijhorende witte kerst.

1980:
Koude januari
Droge meimaand,  droogterecord wordt op de valreep voorkomen door een plens regen.
Droog en warme start van de zomer, maar vanaf half juni tot eind juli is het slecht met veel regen.
Vroege ijsdag (3 november) in een korte periode met onvervalst winterweer.
Actief koufront op oudjaarsavond met onweer en zware windstoten.

1979:
Zeer koude kwakkelwinter  met veel sneeuw en ijzel.
Sneeuwstorm midden februari  waarbij het gewone leven compleet platligt in het noorden van het land.
Zeer natte lente.
Koude start van mei met zelfs een pak sneeuw in een deel van het land.
Zwaar onweer eind mei.
Vrij droge, maar koele en sombere zomer.
Zachte en natte december (uitschieter naar +15 in het zuiden op 7 december).

1978:
Storm begin januari (in een serie van verscheidene stormen, beginnend in november 1977).
Ijzel midden maart  met vele ongelukken tot gevolg.
Veel sneeuw op 11 april in het noorden en westen.
Koele en sombere zomer.
Veel regen eind september  in een verder erg droge herfst.
Onstuimige, grillige en natte december met thermische uitschieters naar boven en beneden.
Voorproefje van de moeder aller vuile winters in januari en februari 1979.

1977:
Zachte en natte winter.
Zachte maart met op 9 maart al een 18 graden in Venlo.
Eind maart en in april kouder.
Veel zon in mei.
Vrij koele en sombere zomer.
Augustus in Gemert zeer nat.
Droge september en oktober  met nog 20 graden op 21 oktober.
Zeer natte en stormachtige november.
December ook zacht, maar niet nat.

1976:
Zware storm op 2/3 januari.
Maart en april zonnig, droog en koud.
Volop zomer van mei tot en met augustus  en ook erg droog.
Erg droog jaar.
Leuke trivia: na een zonnige en droge zomer volgde de somberste november van de afgelopen eeuw (20 zonuren).

1975:
Erg zachte winter.
Vrij koele lente  en start van de zomer.
Warme maar niet stabiele juli (met soms zware buien).
Langste hittegolf van de voorbije eeuw in augustus (18 dagen in de Bilt).
Sneeuw op 13 oktober.

1974:
Droge lente (met name de periode vanaf de derde week van maart tot eind april vrijwel geen regen).
Ondanks droogte pas laat de eerste zomerse dag (14 juni).
Vrij droge, zomer,  maar qua temperatuur geen hoogvlieger.
Zeer natte en koude herfst,  met een hoop problemen betreft het oogsten.
December ook nat en zacht.

1973:
Erg sombere januari.
Zware storm op 2 april.
Koude april.
Droge en warme zomer.
Na een korte herfstinval ook nazomerweer tot midden september.

1972:
Koude januari.
Lente met een aantal lange droge perioden in april en maart  en ook vrij warme dagen in maart.
Storm aan de kust eind mei.
Koele juni.
Windhoos op Ameland in augustus,  met 4 doden als gevolg.
Nog meer leed door plotselinge mist op 25 augustus,  met als gevolg een grote kettingbotsing met veel slachtoffers.
Zeer zware storm op 13 november (windkracht 11 in het westen en noorden).
Droge december.

1971:
Na een vrij normale winter  volgt een koude maart inclusief sneeuw en een heuse koudegolf.
Te wageningen vriest het op 7 maart bijna 19 graden.
Zachtere april, met een koud slot.
Droge juli en augustus  met soms zeer koude nachten voor de tijd van het jaar.
Vroege nachtvorst in september.
Droge herfst.
Warmte op 21 oktober (21 graden in Maastricht).
Zachte, maar droge december. (sowieso een droog jaar).

1970:
Koude kwakkelwinter met geregeld sneeuw.
Natte februari.
Ook in maart dagen achtereen sneeuw.
April ook niet bepaald warm  met begin april een reeks van 8 sneeuwdagen en een koude koninginnendag met hagelbuien.
Warme en droge juni en augustus,  juli wisselvalliger en nat.
Veel regen op 16 september (ruim 80 mm in Culemborg).
Warme uitschieter op 11 oktober (Ruim over de 20 graden).
Zachte periode in november (uitschieters tot 17 graden in het zuiden).

1969:
Erg sombere januari.
Koude februari  met op 16 februari veel sneeuw,  in Gemert het record vanaf 1951 met 24 cm.
Koude maart,  met in het midden van de maand drie ijsdagen in het noorden bij een harde oostenwind.
Na de koude maart een periode begin april met hoge temperaturen (bijna 25 graden in Limburg), maar later in de maand ook weer sneeuw.
Warme en droge juni en juli,  gevolgd door een warme maar ook erg natte augustus.
September en ook de verdere herfst weer heel droog.
Koude december.

1968:
Koud begin van januari.
Warme april waarin op 21 april de eerste tropisch warme dag werd gehaald in Venlo (32 graden)
Vrij natte en koele zomer.
Koude en droge december (na 3 kletsnatte decembers op rij).

1967:
Vrij zachte winter.
Zware storm in februari (met name op de wadden en de Duitse bocht heftig met veel schade).
Vrij warme en droge zomer (na een aantal matige zomers).
Tornado's in Chaam en Tricht op 25 juni  met ook veel schade en slachtoffers.
Natte herfst met uiteraard ook een zware storm op 17 oktober.
Ook december opnieuw nat,  maar wel iets minder dan 1965 en 1966.

1966:
Erg natte winter (waar vooral december 1965 een fiks aandeel in had met overvloedige regen).
Op 15 januari zware sneeuwval.
Midden februari vuil winterweer met sneeuwstormen en ijzel (het noorden het zwaarst getroffen, zoals vaker).
Natste zomer van de voorbije eeuw,  op 19 juli zware regenval in het midden van het land,  De Bilt tapt 61 mm af  en Veenendaal ruim 100.
Na een rustigere periode qua regen zijn november en december weer kleddernat.
Net als 1965 een erg nat jaar dus,  in Gemert nog altijd het natste jaar met iets meer dan 1000 mm.

1965:
Koele lente,  die vanaf april ook behoorlijk nat is.
April de natste in de Bilt (ruim 100 mm).
Het natte en koele weer gaat ook door in de zomer.
September en oktober zijn vrij droog.
In november eerst heel zacht,  waarna het aan het eind van de tweede week echt koud wordt  en het tot ijsdagen en bijna strenge vorst.
Op 20/21 november volgt een sneeuwstorm in het noorden.
Daarna dooi  en erg veel regen (december met ruim 190 mm in de Bilt),  op plaatsen in de ardennen valt er meer dan 150 mm in tien dagen.

1964:
Vrij koude en droge winter.
Eind februari zacht (15 graden).
Koude maart,  gevolgd door vrij zachte april.
Vrij droge en verder normale zomer.
Op 13 juni een vroege hete dag (34 graden in het zuiden).
Oktober koud en nat.
Witte kerst.

1963:
Zeer strenge winter  met een helse elfstedentocht op 18 januari.
Later in januari een sneeuwstorm in het noorden die het leven daar ontwrichtte.
Begin maart nog koud, maar daarna krabbelen de temperaturen op.
April zacht (zeker voor die tijd).
Vooral augustus een koele en natte zomermaand.
November zacht en nat.
December koud en droog.

1962:
Na een vrij normale winter volgt een koude lente, zelfs mei komt niet boven de 10 graden gemiddeld.
De zomer verloopt ook koel, maar droog (in het zuiden en Belgie ook vrij zonnig).
November ook al vrij koud en december is het koude begin van een zeer strenge winter.
Zeer dichte mist op 5 december.

1961:
Erg zachte uitschieter in februari:  19 graden op de veluwe op 17 februari.
Een maand later volgt ook de vroegste warme dag in De Bilt.
Warme april
Vrij normale zomer.
Aparte oost-noordoosterstorm in november.
Natte december  met een zachte sinterklaas (ruim 13 graden).

1960:
Storm in januari (windkracht 10 in Den Helder).
Langdurig regen eind januari (23 uur in De Bilt).
Droge lente.
Augustus nat.
Midden oktober erg veel regen (56 mm in De bilt op 12 oktober  en met een vergelijkbare som van 11 en 13 oktober daarbij opgeteld valt er 100 mm in drie dagen).
Ook begin december valt er een flinke plens water,  in een groot deel van het land wel 50 mm.




donderdag 21 maart 2013

Overzichtje van het (bijzondere) weer per jaar (1990 - 2012)

2012: 
Zeer zachte jaarwisseling.
Koude eerste decade februari met veel zon.
Warm einde van maart.
Koud begin juni.
Opnieuw een heel zacht einde van het jaar.

2011:
Erg droge en warme lente.
Erg natte zomer  (met erg koele dagen in juli)
Droge en zonnige herfst,  november erg droog.
December erg nat en zacht.

2010:
Koude, sneeuwrijke winter.
Koude mei (met name eerste helft).
Warme eerste helft zomer,  augustus echter nat en koel.
Veel regen in eerste helft november,  daarna kouder.
Koude december met veel sneeuw.

2009:
Zonnige en koude start van het jaar.
Zachte aprilmaand.
Zwaar onweer in het westen van Nederland (25/26 mei).
Warme en droge augustus - september.
Zachte november,  omslag halverwege december naar koud winterweer.

2008:
Zachte januari, met zeer mistig oud en nieuw.
Erg wisselvallige maart met witte pasen.
Erg warme meimaand.
Zonnige december.

2007:
Recordzachte januari  met een zware storm op de 18e.
Erg droge en warme april (op veel plaatsen geen regen die maand).
Natte mei.
Natte zomer.
Net als 2006 een erg warm jaar.

2006:
Koude eerste drie maanden.
Mei in de eerste helft warm en zonnig,  tweede helft erg wisselvallig (nat) weer.
Juni en juli erg warm,  augustus koel en erg nat.
September erg warm en droog,  oktober natter maar ook warm.
Ondanks te koud begin  een erg warm jaar.

2005:
Zachte eerste decade van januari
Veel regen midden februari,  gevolgd door een koude periode met vaak sneeuw,  tot de eerste week van maart.
Zachte april,  tropische temperaturen op 1 mei.
Hittegolf in juni,  maar een koele augustus.
Lange, warme nazomer  tot aan november.
(Sneeuw)storm in een groot deel van het land op 25 november.

2004:

Natte, onstuimige januari.
Erg zachte start februari.
Natte zomer,  met tussen al het wisselvallige weer door toch nog een hittegolf eind juli/begin augustus.

2003:
Nat begin (van een droog jaar).
Februari, maart en april veel zon.
Vanaf 25 april tot ongeveer 25 mei wisselvallig weer,  daarna volgt een lange warme en vooral droge zomer  met hittegolf in augustus.
Oktober koud,  met op de 24e sneeuw.

2002:
Zachte winter,  begin februari al richting de 18 graden in het zuiden.
Veel zon, maar ook veel regen in februari  en op 26 februari storm.
Zware buien in augustus.
Droge september,  maar in oktober een zware herfststorm.
Eerste helft van december zonnig en koud,  tweede helft zacht en nat.

2001:

Begin februari grensweer met ijzel, regen en veel sneeuw in het noorden/oosten.
Vrij koude en sombere maart.
Sneeuw daags voor pasen (14 april).
Warme mei.
Hittegolf in augustus.
Zeer natte september.
Erg zachte en droge oktober.

2000:
Erg zachte en natte winter.
Begin maart nat en flinke maartse buien.
April vrij droog,  eerste helft mei zomers warm.
Tweede helft mei wisselvallig en op 28 mei een zware storm.
Begin juli geregeld onweer,  daarna somber, wisselvallig en koel.
December begint vrij zacht, maar er volgt hier in het zuiden een witte kerst.

1999:
Zachte winter met een sneeuwrijke periode midden februari.
Warme en droge juli,  hittegolf eind juli - begin augustus.
Warme september.
Natte en zachte december (storm op 3 december).

1998:
Zachte winter  met een droge en zonnige februari (midden februari recordzacht).
Lente erg nat  en met name april erg somber, maar wel zacht.
Mei warm,  met op 12 mei temperaturen rond de 32 graden.
Juni erg nat,  met soms zware onweersbuien (zoals 6 juni 1998  met zware hagel in het midden van het land).
Herfst recordnat,  met in alle drie de maanden neerslagsommen over de 100 mm  en wateroverlast.
Eind november koud,  sneeuw met sinterklaas.  Daarna echter weer zacht weer.
Zeer nat jaar.

1997:
Erg koud begin van het jaar,  elfstedentocht op 4 januari.
Erg droge januari.
Na de kou een zacht vervolg van de winter.
Maart droog, zeer zonnig en zacht.
Hete augustus,  inclusief hittegolf.
Droge en zonnige herfst (met name september en november.)

1996:
Koude en droge winter.
Droge lente.
November nat (verder een erg droog jaar).
Rond de kerst valt de vorst in  en wordt het lange tijd erg koud.

1995:
Erg zachte en natte winter (overstromingen maas in januari).
Koele start van juni, maar vervolgens een warme en droge zomer.
September nat, maar het vervolg van de herfst droog en zacht.
Koude december.

1994:

Koude periode in februari (niet zo koud als 1991).
Natte lente,  met name begin april nat  met een storm op de eerste (geen grap).
Warme zomer, waarbij vooral juli heet is (de warmste van de 20e eeuw).
September erg nat.
November recordzacht,  december ook zacht en nat.

1993:
Bijzonder mistig nieuwjaar, met vele ongelukken als gevolg.
Storm op 13 januari.
Ook in februari vaak mistig.
Warme en droge lente.
Zomer waarin langzaam maar zeker de klad schiet: tweede helft juli verregent,  augustus droger maar koel.
Natte september.
Koude november.
Erg natte december met overstromingen van de maas.

1992:
Vrij zachte winter.
Warme mei.
Zware buien begin juni.
Warme zomer, maar in augustus begint een periode met veel regen en een windhoos op Ameland.
Natte november.

1991:
Koudegolf in februari,  met een bijhorend pak sneeuw.
Erg zachte maart.
Februari - mei erg droog.
Mei en juni zeer koel,  juni ook erg nat.
Vervolg zomer warm en droog (vooral augustus erg droog).
Droog jaar.

1990:
Zachte winter  met zware stormen in januari en februari.
Even zacht is maart (met 21 graden op 18 maart in de Bilt).
Droge zomer  met een hittegolf eind juli.
Zeer zacht en droog jaar in het algemeen.



zaterdag 9 maart 2013

Hoe was het weer in? 1977

De winter van 1977 kan als vrij vlak en onopvallend worden bestempeld.
De maand januari kende een wat zachter verloop, maar verder geen hele grote neerslagsom.

Wat natter -en vooral ook wat zachter nog- verliep februari.
Nog wat zachter en lente-achtig presenteerde maart zich.
Op 9 maart werd de 18 graden al in het midden van het land bereikt  en de eerste twintiger werd opgetekend op 24 maart in Venlo.
Dat het een week later op dezelfde plek 's nachts weer 6 graden vroor tekent het bekende verhaal van de roerige staart.

April deed in temperatuur een stap terug.
De kou van eind maart bleef in april  en in die zin dat  onder meer pasen (10 april) in het teken stond van sneeuwbuien.
Tegen het eind van april steeg de temperatuur langzaam.
Lente was toch wat meer weggelegd voor mei, waarin het geheel (temperatuur, neerslag) ook geen uitschieter is, maar er waren wel een aantal zonovergoten dagen.

Minder zonovergoten kan juni worden genoemd.
Een maand van wolkenvelden  en vrij wisselvallig (echter niet heel nat) weer.
Toch geen partij voor de zomer van vorig jaar.

Juli deed in het begin van de maand een aardige poging dat wel te doen, met een aantal zomerse dagen.
Maar heel lang hield het niet stand,  de temperaturen vallen weer terug en de westelijke stroming gaf weer de nodige wolkenvelden en later ook een aantal regenachtige dagen.
In augustus ook voornamelijk wat koel Hollands zomerweer.
Hierbij moet vermeld worden dat het in de Bilt niet heel erg nat was, maar in Gemert flinke hoeveelheden regen vielen in de tweede helft van de maand.

Veel geks had september (ook) niet te bieden, het was  een vrij droge maand  met een aantal koude nachten.
Oktober volgde ook deze lijn, maar leverde op 21 oktober nog een warme dag op (20,1 graden) in De Bilt.

Het rustige herfstweer hield in november op.
Van een rits "saaie" weermaanden belandde Nederland plots in de vuurlinie van stormdepressies.
De eerste van de reeks zware stormen leverde tevoren nog hele zachte lucht, waardoor er in het land temperaturen van 16 - 18 graden werden gemeten.
Op 12 november  werd er windkracht 10 gemeten  in de kustprovincies  en op 14 november werd dit nog eens overgedaan.
Buiten de stormen was november ook een onstuimige, natte maand.

Niet alleen in november stormde het, maar ook vlak voor kerst kwam het tot windkracht 10  en niet lang daarna,  maar alweer in het nieuwe jaar 1978, een vierde storm in vrij korte tijd.

December was zacht, maar niet zoals november een natte maand.


Neerslag 1977 in Gemert

januari  75,7
februari  77,8
maart   37,1
april   64,8
mei   56,9
juni   60,1
juli    26,7
augustus    149,2
september   4,7
oktober      26,7
november  155,2
december   41

jaar  739

zaterdag 26 januari 2013

Winters 1941 - nu

De winters van het verleden in verhouding tot de toen geldende gemiddelden (in De Bilt)

Gemiddelde temperatuur tegenover toen geldende 30-jarige gemiddelde/ Neerslagsom

2012 
Zacht/nat
2011  Koud/Normaal

2010  Zeer koud/Normaal
2009  Koud/droog
2008  Zeer zacht/vrij nat
2007  Extreem zacht/nat
2006  Vrij koud/droog
2005  Zacht/Vrij droog
2004  Zacht/zeer nat
2003  Koud/normaal
2002  Zeer zacht/zeer nat
2001  Zacht/zeer nat

2000  Zeer zacht/zeer nat
1999  Zeer zacht/nat
1998  Extreem zacht/normaal
1997  Koud/Zeer droog
1996  Vrij streng/zeer droog
1995  Extreem zacht/zeer nat
1994  Zacht/zeer nat
1993  Zacht/vrij droog
1992  Zacht/zeer droog
1991  Vrij koud/zeer droog

1990  Extreem zacht/nat
1989  Extreem zacht/zeer droog
1988  Zeer zacht/zeer nat
1987  Koud/droog
1986  Koud/vrij droog
1985  Zeer koud/zeer droog
1984  Zacht/zeer nat
1983  Zacht/vrij nat
1982  Koud/droog
1981  Vrij zacht/nat

1980  Zacht/nat
1979  Vrij streng/vrij nat
1978  Zacht/droog
1977  Zacht/nat
1976  Zeer zacht/droog
1975  Extreem zacht/nat
1974  Zeer zacht/droog
1973  Zacht/zeer droog
1972  Zacht/zeer droog
1971  Zacht/droog

1970  Zeer koud/vrij nat
1969  Koud/zeer droog
1968  Vrij zacht/nat
1967  Zeer zacht/zeer nat
1966  Zacht/zeer nat
1965  Normaal/nat
1964  Koud/zeer droog
1963  Zeer streng/droog
1962  Vrij zacht/zeer nat
1961  Zacht/zeer nat

1960  Zacht/normaal
1959  Normaal/Normaal
1958  Zacht/Zeer nat
1957  Zeer zacht/normaal
1956  Zeer koud/vrij nat
1955  Vrij koud/normaal
1954  Vrij koud/droog
1953  Vrij koud/normaal
1952  Zacht/normaal
1951  Normaal/zeer nat

1950  Zacht/zeer nat
1949  Zacht/zeer droog
1948  Zeer zacht/zeer nat
1947  Zeer streng/zeer droog
1946  Vrij zacht/zeer nat
1945  Normaal/vrij nat
1944  Zacht/vrij droog
1943  Zeer zacht/normaal
1942  Zeer streng/normaal
1941  Zeer koud/normaal


10 Koudste winters  1941 - 2012  in verhouding tot langjarig gemiddelde destijds


01 1963   - 5,3 ° C
02 1947   - 4,6 ° C
03 1942   - 3,8
° C
04 1979   - 2,8
° C
=   1996   - 2,8 ° C
06 1941  - 2,4
° C
07 1985   - 2,1 ° C
=   2010  - 2,1
° C
09 1956  - 1,8
° C
10 1982  - 1,4
° C


5 zachtste winters in verhouding tot langjarig gemiddelde destijds

01 1975   + 3,6 ° C
=   1990  + 3,6
° C
03 2007  + 3,4 ° C
04 1989  + 3,2
° C

05 1998  + 2,7 ° C


Opgeteld sneeuwdek per winter (elke dag met sneeuwdek bijeen opgeteld in cm = eindcijfer)

De ranglijst  vanaf 1956  in Gemert

01  1963  517 cm
02  1985  424
03  1979  380
04  1956  271
05  1969  232
06  1970  227
07  2011  192
08  2010  173
09  1982  128

10  2013  104

11  1959  82
12  1971  69
13  1987  63
14  1991  58
15  1981  57
16  1976  56

17  1974  50
18  1968  47
=    1965  47
19   1960  46
21   2009  44
22   1966  43
23   1999  36
24   1964  32
=    1980   32
26  1997   28
27  1967   27
=    1962   27
29  1958   25
=    1986   25
31  1977   22
32  2004   20
33  2006   17
34  1984   15
35  2001   14
=    2012   14
37  1957  13
38  1995  12
39  1994  11

40  2000  10
41  2005  9 
42  2003  8
43  1973  6
=    2008  6
45  1983  4
46  1996  3
=    1972  3
48  1961  2
=    1975  2
=    1978  2
=    1998  2

51 2007 (met een dag onderbroken sneeuwdek van ruim 1 cm)
52 1993  en 2002  (aantal dagen met onderbroken sneeuwdeken)
53  1988,  1989, 1990  en 1992  0 cm

zaterdag 5 januari 2013

Zomers 1931 - nu

Om er nog meer statistiekenwerk tegenaan te smijten:  de zomers van het verleden in verhouding tot de toen geldende gemiddelden (in De Bilt)

2012  normaal - nat
2011  koel - zeer nat
2010  zeer warm - nat
2009  warm - normaal
2008  warm - zeer nat
2007  warm - zeer nat
2006  zeer warm - vrij nat (vertekend beeld door erg natte augustus)
2005  vrij warm - zeer nat
2004  vrij warm - zeer nat
2003  heet - zeer droog
2002  zeer warm - zeer nat
2001  warm - nat
2000  normaal - normaal

1999  zeer warm - normaal
1998  normaal - zeer nat
1997  zeer warm - normaal
1996  vrij warm - zeer droog
1995  heet - zeer droog
1994  zeer warm - normaal
1993  koel - nat
1992  zeer warm - zeer nat
1991  vrij warm - normaal
1990  warm - zeer droog

1989  warm - zeer droog
1988  vrij koel - normaal
1987  koel - zeer nat
1986  vrij warm - zeer droog
1985  vrij koel - nat
1984  vrij koel - zeer droog
1983  heet - zeer droog
1982  zeer warm - zeer droog
1981  vrij koel - droog
1980  vrij koel - nat

1979  koel - zeer droog
1978  koel - zeer droog
1977  vrij koel - droog
1976  heet - zeer droog
1975  zeer warm - zeer droog
1974  koel - normaal
1973  warm - zeer droog
1972  koel - vrij droog
1971  normaal - zeer droog
1970  vrij warm - vrij droog

1969  zeer warm - zeer nat
1968  vrij koel - zeer nat
1967  normaal - zeer droog
1966  vrij koel - zeer nat
1965  zeer koel - zeer nat
1964  koel - normaal
1963  koel - zeer nat
1962  zeer koel - droog
1961  koel - nat
1960  koel - zeer nat

1959  warm - zeer droog
1958  koel - vrij nat
1957  vrij koel - zeer nat
1956  koud - zeer nat
1955  vrij warm - zeer droog
1954  zeer koel - zeer nat
1953  normaal - zeer nat
1952  normaal - vrij nat
1951  vrij koel - normaal
1950  zeer warm - nat

1949  vrij warm - zeer droog
1948  normaal - zeer nat
1947  heet - droog
1946  vrij koel - normaal
1945  warm - vrij nat
1944  warm - zeer droog
1943  normaal - nat
1942  normaal - zeer nat
1941  warm - normaal
1940  normaal - normaal

1939  zeer warm - zeer droog
1938  warm - normaal
1937  warm - zeer droog
1936  warm - normaal
1935  zeer warm - vrij droog
1934  warm - droog
1933  zeer warm - zeer droog
1932  zeer warm - zeer droog
1931  normaal  - nat

Weerkoppeltjes

Als je in de statistieken van het weer kijkt ontdek je gauw koppeltjes, triootjes of zelfs kwartetjes in de extremenlijsten.
Opeenvolgende maanden, seizoenen of jaren die warm, koel, nat of droog verliepen komen geregeld voor.
Met name warme zomers en koude winters willen nogal eens in clusters voorkomen, maar niet alleen dat.

De volgende lijsten laten nog een boel andere "het komt vaak niet alleen" gevalletjes zien qua maanden die bij de eerste 25 - 30 van een bepaalde waarde staan.
Als er slechts twee koppeltjes of minder zijn laat ik de waarde achterwege (zoals "droog" bij januari)

Januari

Koud:
 
1940 - 1941 - 1942
1945 - 1946 - 1947
1963 - 1964
1979 - 1980
1996 - 1997

In mindere mate:  2009 - 2010

Zacht:
1974 - 1975
1988 - 1989 - 1990
1999 - 2000
2007 - 2008

Nat:
1983 - 1984
1994 - 1995
2007 - 2008


Februari

Koud:
1954 - 1955 - 1956
1969 - 1970
1978 - 1979
1985 - 1986

Zacht:
1925 - 1926
1988 - 1989
1997 - 1998
2007 - 2008

Droog:
1929 - 1930
1963 - 1964
1974 - 1975
1985 - 1986
1991 - 1992 - 1993 - 1994


Maart

Zacht:
1990 - 1991 - 1992
1997 - 1998 - 1999 - 2000
2002 - 2003

Nat:
1980 - 1981
1987 - 1988 - 1989
1994 - 1995
1998 - 1999 - 2000 - 2001
2006 - 2007 - 2008

Droog:
1917  - 1918
1920 - 1921
1955 - 1956
1996 - 1997
2002 - 2003
2011 - 2012


April
Koel:
1931 - 1932
1975 - 1976 - 1977 - 1978 (opvallend kwartet)

Zacht:
1945 - 1946
1948 - 1949
1995 - 1996
1998 - 1999 - 2000
2002 - 2003 - 2004 - 2005
2009 - 2010 - 2011


Mei

Koel:
1961 - 1962 - 1963
1974 - 1975
1983 - 1984

Warm:
1988 - 1989 - 1990
1998 - 1999 - 2000 - 2001
2007 - 2008 - 2009
2011 - 2012

Droog:
1917 - 1918 - 1919
1953 - 1954
1989 - 1990 - 1991

Nat:
1971 - 1972 - 1973
1983 - 1984
1994 - 1995
2006 - 2007


Juni

Koel:
1913 - 1914
1918 - 1919
1955 - 1956
1984 - 1985

Warm:
1940 - 1941
1982 - 1983
2002 - 2003
2005 - 2006 - 2007 - 2008
2010 - 2011

Nat:
1911 - 1912 - 1913
1916 - 1917
1953 - 1954
1964 - 1965 - 1966
2011 - 2012


Juli

Koel:
1902 - 1903
1909 - 1910
1960 - 1961 - 1962
1965 - 1966
1978 - 1979 - 1980

Warm:
1904 - 1905
1911 - 1912
1982 - 1983
1991 - 1992
1994 - 1995
2008 - 2009 - 2010

Droog:
1963 - 1964
1975 - 1976
1989 - 1990
1994 - 1995 - 1996

Nat:
1918 - 1919
1956 - 1957
1965 - 1966
1980 - 1981
1987 - 1988
2004 - 2005
2007 - 2008 - 2009


Augustus

Koel:
1902 - 1903
1912 - 1913
1961 - 1962
1978 - 1979
1985 - 1986

Warm:
1975 - 1976
1983 - 1984
1990 - 1991
1994 - 1995
2001 - 2002 - 2003 - 2004

Droog:
1913 - 1914
1970 - 1971
1974 - 1975
1981 - 1982 - 1983 - 1984

Nat:
1908 - 1909
1927 - 1928
1953 - 1954
1956 - 1957
1968 - 1969
2001 - 2002


September


Droog:
1907 - 1908
1916 - 1917
1919 - 1920 - 1921
1928 - 1929
1959 - 1960
1971 - 1972

Nat:
1924 - 1925
1935 - 1936
1957 - 1958
1983 - 1984
1993 - 1994 - 1995
2007 - 2008 (in De Bilt tenminste)


Oktober

Koel:
1904 - 1905
1939 - 1940
1951 - 1952
1973 - 1974 - 1975
1992 - 1993 - 1994

Zacht:
1953 - 1954
1967 - 1968 - 1969
1976 - 1977
1989 - 1990
2000 - 2001
2004 - 2005 - 2006


November

Koud:
Het opvallende zestal  1918 - 1919 - 1920 - 1921 - 1922 - 1923 (hiervan zijn 1919 en 1921 de koudste van de voorbije eeuw)  
In het rijtje zachte novembers  is er een kwartet te vinden:  2000 - 2001 - 2002 - 2003
Ook koud zijn  1958 - 1959,  1961 - 1962  en  1965 - 1966

Droog:
1920 - 1921
1931 - 1932 - 1933 - 1934
1955 - 1956 - 1957 - 1958 - 1959
1994 - 1994
2011 - 2012

Nat:
1939 - 1940
1949 - 1950 - 1951
1965 - 1966 - 1967
1991 - 1992

December

Koud:1902 - 1903
1937 - 1938 - 1939 - 1940
1961 - 1962 - 1963
1968 - 1969
1995 - 1996

Zacht:
1910 - 1911 - 1912
1953 - 1954 - 1955 - 1956
1985 - 1986
1988 - 1989
1993 - 1994
1997 - 1998 - 1999 - 2000
2011 - 2012

Nat:1914 - 1915
1918 - 1919
1961 - 1962
1964 - 1965 - 1966 - 1967
1978 - 1979
1993 - 1994
1999 - 2000 - 2001
2011 - 2012

Droog:
1932 - 1933
1968 - 1969
1971 - 1972
1995 - 1996

Nog meer paartjes en grotere aantallen op een rij?  there you go:


Winter

Koud:1907 - 1908 - 1909
1940 - 1941 - 1942
1953 - 1954 - 1955 - 1956
1963 - 1964
1969 - 1970
1985 - 1986 - 1987
1996 - 1997

Zacht:
1974 - 1975
1988 - 1989 - 1990
1992 - 1993 - 1994 - 1995
1998 - 1999 - 2000 - 2001 - 2002
2007 - 2008

Nat:
1915 - 1916
1950 - 1951
1961 - 1962
1966 - 1967 - 1968
1980 - 1981
1994 - 1995
1999 - 2000 - 2001 - 2002


Droog:
1932 - 1933 - 1934
1963 - 1964
1971 - 1972 - 1973
1996 - 1997


Lente:

Koel:
1908 - 1909
1928 - 1929
1969 - 1970
1975 - 1976
1986 - 1987

Warm (vooral recente lentes):
1912 - 1913
1920 - 1921
1989 - 1990
1992 - 1993 - 1994
1997 - 1998 - 1999 - 2000
2002 - 2003 - 2004 - 2005
2007 - 2008 - 2009
2011 - 2012

Droog:
1917 - 1918
1929 - 1930
1942 - 1943 - 1944
1953 - 1954
1990 - 1991

Nat:
1994 - 1995
1998 - 1999 - 2000 - 2001
2006 - 2007


Zomer:

Koel:1902 - 1903
1915 - 1916
1918 - 1919
1923 - 1924
1960 - 1961
1978 - 1979

Warm:
1932 - 1933
1975 - 1976
1982 - 1983
1994 - 1995
2001 - 2002 - 2003 - 2004
2009 - 2010

Droog:
1932 - 1933
1975 - 1976
1982 - 1983 - 1984
1989 - 1990
1995 - 1996

Nat:
1953 - 1954
1965 - 1966
1968 - 1969
2004 - 2005
2007 - 2008
2011 - 2012


Herfst

Koud:
1918  - 1919 - 1920 - 1921 - 1922 - 1923  (weer dat septet met de koude novembers)

1940 - 1941
1964 - 1965

Zacht:

1953 - 1954
1994 - 1995
1999 - 2000 - 2001
2005 - 2006

Droog:
1906 - 1907
1920 - 1921 - 1922
1971 - 1972
1978 - 1979