Alweerblog
Een zoveelste weerblogje, maar wel weer persoonlijk.. Over het weer in en om Gemert, maar ook over een aantal bijzondere weergebeurtenissen verder van huis.
dinsdag 4 november 2014
Weerrecords
Dit jaar lijkt op weg naar een warmterecord, tenzij de tweede helft van november en/of december de boel omslaat en we de ijzige kou over ons heen krijgen.
Hoe evolueerden warmterecords? *
*Tussen 1901 en nu, daarvoor zijn er uiteraard ook hele koude of warme maanden geweest
Voor januari stond het record vanaf 1901 een dik decennium op 4,6 graden in 1902 tot in 1916 de wintermaand erg zacht verliep met 6 graden.
5 jaar later was het nog iets zachter met 6,2 graden.
Dit record zou vervolgens maar liefst 54 jaar blijven staan, toen ging de januari van 1975 er met enkele honderdsten overheen.
Een volgende aanscherping zou 32 jaar op zich laten wachten, met bijna 1 graad verschil zou januari 2007 over 1975 heen gaan.
Ook 2008 was zachter dan 1975, maar moest toch nog ruim een halve graad op 2007 toegeven.
Het kouderecord stond even op 1901 (-0,3), werd in 1908 verbroken (-1,2)
21 jaar later ging 1929 er weer onder (-1,4).
11 jaar later werd dat record verpulverd in 1940 met -5,5 graden.
Dat record staat nog steeds, dus al 74 jaar..
Februari was in 1901 ook koud met - 0,9 graden.
16 jaar later werd dit verbeterd met 0,6 graden (- 1,5) om 12 jaar later compleet overklast te worden door de ijskoude februari van 1929 ( - 5,4) .
Dit record stond 18 jaar en werd ingehaald met één tiende ( - 5,5 in 1947).
Weer 9 jaar later stootte 1956 naar de kroon, deze februari staat nog steeds eenzaam bovenaan met - 6,7 als gemiddelde temperatuur..
Qua zachtheid gold 5,6 graden (1903) lang als record.
In 1914 was het enkele honderdsten warmer en het was 1926 waarin het record pas duidelijk werd aangescherpt met 0,7 graden.
Pas weer 35 jaar later was er een vergelijkbare temperatuur: 1961 met enkele hondersten verschil.
Weer 29 jaar later wist de stormachtige februari 1990 het record een fikse tik naar boven bij te stellen met 7,6 graden (1,3 graden warmer).
Bij de lentemaand maart verliep het zo:
1903 7,1 graden
1912 7,5 graden
1938 7,7 graden
1957 8,4 graden
1990 8,5 graden
1991 8,8 graden
Qua kou
1901 3,5 graden
1909 3,0 graden
1917 5,5 graden
1955 5,5 graden (enkele honderdsten kouder?)
April, waar het warmterecord vaak opnieuw verscherpt werd:
1904 9,7 graden
1914 10,1 graden
1934 10,3 graden
1943 10,5 graden
1961 10,5 graden
1987 10,7 graden
1993 11,1 graden
2007 13,1 graden
2011 13,1 graden
Top 3 aprils 50 jaar geleden
01 1961 10,5
02 1943 10,5
03 1949 10,4
Top 3 nu
01 2011 13,1 graden
02 2007 13,1 graden
03 2009 12,2 graden
Dat verschil!
Het record van koelste april stond op:
1903 5,6 graden
1917 4,6 graden
En daarna nooit meer verbroken: een antiek record van bijna een eeuw inmiddels.
Met mei en het koude record zijn we gauw klaar: in 1904 was het gemiddeld 9,2 graden en dat is in de 112 jaar die volgden niet meer verbeterd.
Voor wat de warmte betreft:
1901 12,2 graden
1903 12,8 graden
1911 14,0 graden
1917 14,7 graden
1947 15,1 graden
1992 15,6 graden
2008 15,7 graden
Veel maanden hebben warmterecords die stammen uit de afgelopen 25 jaar.
Echter juni is een uitzondering: hier stamt het record (18,3 graden) uit 1917!
Komende juni alweer 98 jaar geleden, tijd om eens scherper te stellen lijkt me.
Het koelterecord is ook bijna 92 jaar oud, 11,6 graden in 1923.
Julikou gaf 1902 zeven jaar lang een toppositie met 15,5 graden.
In 1907 is het 1,6 graden kouder met 13,9 graden.
1919 doet dit over en staat samen met 1907 nog altijd kil onderaan.
De juli van 1901 was warm en dat warmterecord van 18,7 graden hield 22 jaar stand.
Juli 1923 haalde 18,9 graden.
Vervolgens 1941 (19,2 graden) , 1976 (19,3 graden), 1983 (20,1), 1994 (21,3) en als voorlopig laatste: 2006 (22,3)
Augustus
1911 19,4 graden
1947 19,8 graden
1975 19,9 graden
1997 20,5 graden
De koudere records:
1902 14,8 graden
1912 14,1 graden
1956 14,0 graden
Het kouderecord van september heeft de eeuw inmiddels te pakken, 1912 was de koudste september en deed dit zo goed dat het record nog steeds staat (10.7 graden).
Het record van 1904 werd daarmee ruimschoots verbroken (12,4 graden).
Warmterecord in september:
1901 14,7 graden
1926 15,4 graden
1929 16,0 graden
1947 16,8 graden
1949 17,2 graden
1999 17,4 graden
2006 17,9 graden
Dat van oktober kende de volgende evolutie:
1901 10,3 graden
1906 11,8 graden
1921 12,7 graden
2001 14,2 graden
Een record dat na 80 jaar verpulverd werd.
Inmiddels staat 1921 al op de vijfde plek, aangezien 2005, 2006 en 2014 er ook overheen gingen.
November
1901 5,3 graden
1906 7,9 graden
1913 8,4 graden
1938 8,7 graden
1994 10,1 graden
Qua koude:
1901 5,3 graden
1902 3,7 graden
1910 3,4 graden
1915 2,9 graden
1919 1,8 graden
1921 1,2 graden
Allemaal uit grootvaders tijd (of de vader van grootvader)
December heeft ook een warmterecord dat vrij scherp staat en dit jaar 40 jaar oud is: 7,3graden in 1974.
Het record versloeg de 7,2 graden van 1934.
In 1934 had men 16 jaar gewacht op de verbetering van de zachte december 1918 (5,8 graden), 8 jaar daarvoor was het 5,7 graden gemiddeld.
Het kouderecord:
1901 2,9 graden
1902 en 1903 0,8 graden
1906 0,2 graden
1917 - 0,0
1927 - 1,2
1933 - 2,1
Oudste record: koelste mei, het record staat al 110 jaar.
Jongste record: Warmste april (2011)
Meeste jaren tussen oud record en het verbreken daarvan: 56 jaar (warmterecord november, tussen 1938 en 1994)
Grootste verschil in verbreken record: 4,1 graden (tussen het kouderecord van januari 1929 en januari 1940)
maandag 13 oktober 2014
Mooi-weer punten deel 2
De maanden maart, augustus en september heb ik ook nog meegenomen in de tellingen.
Oktober is het overwegen nog waard, maar maanden als november, december, januari en februari geven waarschijnlijk veel negatieve scores.
Maart kent enkele topmaanden met veel zon en zacht voorjaarsweer en dat is dus ook terug te zien in de puntenlijst.
Dit jaar kende duidelijk de allermooiste maart , maar ook een aantal andere recente jaren staan hoog in de lijst.
De koude maart van 2013 bevindt zich zelfs nog in de middenmoot.
Onderaan staat de druilerige maart (ruim 140 neerslaguren) van 1988, gedeeld met een eveneens natte en sombere lentemaand in 1981.
Sowieso was maart van 1978 tot en met 1981 blijkbaar niet bepaald een maand waarin je al kon genieten van regelmatig lenteweer.
01 2014 2114
02 2003 1853
03 1993 1808
04 2011 1770
05 2012 1653
06 1948 1607
07 1972 1572
08 1949 1450
09 2002 1432
10 1990 1425
61 1992 99
62 1978 96
63 1979 67
64 1980 47
65 1998 46
66 2001 19
67 1966 - 78
68 1975 - 83
69 1988 - 679
= 1981 - 679
Hoewel augustus dit jaar een koele en tegenvallende periode kende eindigde ze niet eens onderaan.
De topzomers domineren de top-10 zoals verwacht.
2003 slechts vijfde, ondanks een lange hittegolf.
Net buiten de top-10 valt onder meer 2013 en -vrij verrassend- 1984, wat een vrij koele zomer was.
Ook de gematigde augustus van 1974 haalde de top-20, mede door weinig neerslag.
1956 had een augustus die volgens de overleveringen erg slecht was, toch zijn er nog drie die minder mooi-weer punten wisten binnen te halen, waaronder 2006!
01 1947 3978
02 1975 3729
03 1995 3497
04 1976 3440
05 2003 3003
06 1997 2895
07 1973 2857
08 1991 2850
09 1983 2731
10 2009 2705
61 1957 1296
62 2010 1268
63 1954 1187
64 2011 1179
65 1945 1144
66 1977 1041
67 1956 1020
68 1960 988
69 2006 894
70 1963 432
Na de tegenvallende augustus wist de voorbije september een plaatsje in de top-10 mooiste septembers te bemachtigen.
In 2006 werd de slechte augustus ook ruimschoots goed gemaakt en in 1947 ging het prachtige weer dus -zonder terugslag- nog even door in september.
Onderaan bungelt de kletsnatte herfstmaand van 1957 met -174 punten en ook 1984 scoorde negatief.
01 1959 2924
02 2006 2349
03 1947 2348
04 1969 2123
05 2003 2069
06 2014 2099
07 2005 1977
08 1971 1943
09 1949 1882
10 1999 1814
61 1974 657
62 1990 611
63 1968 594
64 1988 590
65 1950 244
66 2001 204
67 1993 201
68 1994 136
69 1984 - 55
70 1957 - 174
maandag 18 augustus 2014
Mooi-weer punten
Van veel maanden is wel bekend dat ze danwel heel mooi, danwel slecht waren.
De ene juli of juni verloopt in dit land de ene keer als topzomer en de andere keer is het een draak van een maand.
Een sommetje om een gevoel te geven van hoe goed of slecht een maand was maakte ik met de volgende gegevens:
De gemiddelde temperatuur x 10
Het aantal zonuren x 10
Het aantal warme, zomerse, tropische en ADS-dagen x 10
- Het aantal uren neerslag (ook x 10).
Hiermee zijn vooral de zonuren en de neerslagduur belangrijk (dus niet de neerslagsom omdat het aantal millimeter neerslag niet altijd hoeft te betekenen dat het een hele slechte of hele goede maand was, maar de duur van de neerslag geeft een betere indicatie).
Tot dusver heb ik de maanden april, mei, juni en juli van 1945 tot en met 2014 bekeken en dat levert de volgende toplijstjes op.
De beste aprilmaanden zijn:
01 2007 3361 punten
02 2011 2911
03 2010 2457
04 1974 2401
05 2009 2362
06 1976 2315
07 2003 2299
08 1952 2243
09 1996 2194
10 1954 2117
2007 en 2011 steken er bovenuit, 2014 komt op plaats 21, verrassend achter 2013 (plaats 15).
Niet alle mooie aprilmaanden verliepen warm, er zitten ook een aantal koelere tussen, die dankzij veel zonuren en weinig neerslag hoog uitkomen.
Helemaal onderin zien we:
60 1992 637
61 1983 635
62 1965 607
63 1962 580
64 1979 568
65 1975 435
66 1966 434
67 1989 379
68 1998 254
69 1970 131
Waarschijnlijk door de tweede wereldoorlog, die toen bijna op zijn einde liep in ons land ontbreken gegevens van zonuren en neerslag in april 1945.
In mei zien we dat 1989 eenzaam op kop staat, wat niet vreemd is met zoveel uren zonneschijn.
Waar april 1989 nog in de top-3 slechtste aprilmaanden valt, deed mei van dat jaar dus deze maand compleet vergeten.
2001 is wat mij betreft ook een verrassing, ik wist wel dat het een mooie mei was, maar niet dat hij boven 2008 uit zou komen.
01 1989 3846
02 1959 3174
03 1992 3166
04 1990 3139
05 1980 2973
06 2001 2971
07 2008 2857
08 2011 2620
09 1993 2605
10 1976 2463
Bij de slechtste 10 is heel duidelijk te zien hoe slecht de meimaand van 1983 moet zijn geweest.
Deze heeft een negatieve score, wat vrijwel zeldzaam is in deze tijd van het jaar!
Zelfs de matige meimaand van 1984 doet het ruim 700 punten beter.
61 1996 1205
62 2013 1165
63 1963 1160
64 1972 1158
65 1987 1142
66 1968 1010
67 1994 994
68 1962 960
69 1984 666
70 1983 - 44
In juni zie je het begin van de mooie zomer van 1976.
Deze juni steekt er bovenuit, maar wordt gevolgd door 5 andere juni's met meer dan 3000 punten.
01 1976 3550
02 1959 3270
03 1970 3256
04 2010 3244
05 2003 3128
06 1973 3080
07 1957 2943
08 1950 2933
09 1947 2875
10 2006 2827
Onderaan is 1991 te vinden: een erg slechte juni die wellicht in ruim 100 jaar niet zo slecht was.
61 1971 1279
62 2012 1239
63 1977 1236
64 1985 1097
65 1956 1078
66 1990 1030
67 1998 998
68 1981 982
69 1987 429
70 1991 210
Bij juli is ook goed te zien hoe 2006 (en op gepaste afstand 1994) er bovenuit steken.
Niet alleen in de hoogste gemiddelde temperatuur, maar ook overall komen ze helemaal bovenaan uit en laten legendarische zomers als 1947 en 1983 ruim achter zich.
01 2006 4043
02 1994 3764
03 1947 3389
04 1983 3371
05 1959 3295
06 1995 3071
07 2010 3069
08 1967 3052
09 1999 3031
10 1949 3024
Op 11 volgt de juli van vorig jaar en 2014 bevindt zich ook net in de top-25, ondanks het wisselvallige karakter.
61 1966 1134
= 1960 1134
63 1956 984
64 2000 945
65 2011 939
66 1993 931
67 1980 928
68 1965 889
69 1954 713
70 1988 700
woensdag 7 mei 2014
De meidip
De temperaturen zijn vaak aangenaam: niet te heet en niet vaak te koel.
Echter kent de aanloop naar de zomer ook regelmatig een flinke terugval, die verschillende namen krijgt toebedeeld zoals de 'Europese Moesson' of Schaapscheerderskou (in juni).
De buien van gisteren waren het begin van zo'n dip, met lagere temperaturen en geregeld buien of langere perioden regen.
Sommige meimaanden kruipen niet meer uit het dal, maar soms blijft het bij een week of twee weken wisselvallig weer.
Vorig jaar begon de meimaand nog aardig, maar sloeg het verval toe en verliep een groot deel van de maand koel, nat en somber.
Daarna krabbelde het weer op met een mooie periode in de eerste helft van juni, maar na een wisselvallig intermezzo kwam het ook tot een prima juli en augustus.
In 2010 was het met name de eerste helft van mei erg koel en somber, gewoonweg dikke-truienweer.
Het kwam in juni en juli wel goed met de zomer.
2007 kende na een lange droogte een omslag na de eerste week van mei.
Er viel veel -voor de natuur broodnodige- regen, maar eind mei en begin juni was het opnieuw warm.
De rest van de zomer verliep wisselvallig.
In 2006 was de eerste helft van mei erg zomers, maar de tweede helft was totaal anders met herfstachtig, wisselvallig weer.
Tegen de maandwissel met juni sloeg het om en volgden twee warme zomermaanden.
2003 had een erg wisselvallige meimaand, echter tegen het einde sloeg het om en volgde een lange zomer.
In 2000 kende de eerste helft van mei een heuse voorzomer met een serie warme zonovergoten dagen.
Ook hier sloeg het weer om en de tweede meihelft was sterk wisselvallig, inclusief zware meistorm.
In juni volgde aardig zomerweer.
1997 kende een warme start, gevolgd door een terugval met geregeld regen.
Later in de maand werd het droog en was dat een begin van een eerste warme en mooie fase van de zomer, die uiteindelijk vooral in augustus heet zou uitpakken.
Twintig jaar geleden kende met name de tweede helft van mei somber en wisselvallig weer, het zette ook nog even door begin juni, maar daarna sloeg het om en volgde een groot deel van de zomer erg warm weer.
Ook het jaar daarna was er verval eind mei en in de eerste helft van juni, dit was echter gauw vergeten toen juli en augustus droog en warm verliepen.
In 1991 was mei niet zozeer nat, maar wel koel.
Ook juni verliep koel en daarbij ook erg nat, volgens sommigen de slechtste juni van de voorbije eeuw.
Gelukkig was de rest van de zomer wel weer goed te noemen.
Nog langer geleden, in 1983, was mei een slechte maand.
Een magere lente werd in stijl afgesloten met veel regen en een hemelvaartstorm.
De zomer die volgde was echter geheel anders: dit werd één van de mooiste zomers van de afgelopen 50 jaar.
Andersom komt het ook voor dat een mooie meimaand een matig vervolg krijgt in de zomer.
Enkele voorbeelden zijn onder meer 2011, 2008, 1998, 1993, 1988, 1980 en 1978.
Ook een wisselvallige meimaand met (deels) matige zomer komt wel eens voor, maar dat gebeurt dan weer niet zo vaak en kwam ook vaker voor in onder meer de jaren '80 en jaren '60.
woensdag 29 januari 2014
De voorgeschiedenis van een koude of zachte winter.
De koude voorgeschiedenis van de winter 1962 - 1963
In de winter van 1961 was het rond kerstmis koud geweest, hier vond een korte maar felle koudegolf plaats van 5 dagen te De Bilt.
De rest van de winter stelde niet heel veel voor, maar in het voorjaar van 1962 wilde het niet echt warmer worden.
Maart kwam uit op slechts 2 graden gemiddeld met vaak aanvoer van lucht uit het noorden en noord-oosten.
Waar april niet opvallend koud verliep was mei ook een erg koele maand met wisselvallig weer en periodes waarin opnieuw de kille wind uit het noorden opstak.
De zomer startte zonnig en vooral ook droog, maar met de bries vanuit noordelijke richtingen in combinatie met heldere nachten kon het ook begin juni flink afkoelen.
De rest van de zomer werd het voornamelijk koel en wisselvallig weer, met slechts af en toe een opleving van de temperatuur.
Alleen 1903 en 1956 hadden een nog koudere zomer gehad en in de herfst was het enkel oktober waarin het wat zachter was dan wat het gemiddelde was voor die tijd.
Na een zachte start van november daalden de temperaturen opnieuw en de straalstroom meanderde sterk, waardoor blokkades makkelijk kunnen ontstaan, in november blijkt de straalstroom zich in onze regionen erg noord- zuid te richten, waardoor koude lucht uit het noorden makkelijker binnen kan stromen.
De tweede helft van november is al behoorlijk koud, met winterse buien.
Met vervolgens een aantal echt koude (ijs)dagen tegen het einde van november had de winter zijn eerste plaagstoot gegeven.
Onder invloed van een hogedrukgebied is het begin december winters, met een bijzonder mistige sinterklaas
De eerste vorstperiode van december wordt beëindigd met een periode van zacht en nat weer, maar rond kerstmis valt de winter in om ruim twee maanden nauwelijks nog van zijn plaats te wijken.
Hoe een westcirculatie maar door bleef denderen (winter 1974 - 1975)
De zomer van 1974 was niet bepaald eentje om over op te scheppen, het was zelden warm en mooi te noemen.
Van nazomer was ook amper sprake, want de herfst begon, bleef en eindigde met voornamelijk regen, regen en nog eens regen. Vooral oktober viel niet alleen op in natte, maar ook in koude zin. Met slechts 7 graden gemiddeld was de herfstmaand erg koud te noemen.
De relatieve kou leek veelbelovend, maar de depressietrein denderde ongestoord voort, waarmee december zelfs enkele tienden graden warmer verliep dan oktober!
In januari begon de vaart wat uit de westcirculatie te raken, maar op een beetje kou in februari na scoorde de winter nauwelijks.
Weergrillen in de aanloop naar 1979
Na een zachte januari 1978 volgde een februari waarin het een aantal dagen aardig vroor.
De vorstperiode werd afgewisseld door een snelle dooiaanval waarbij het een aantal dagen later 13 graden in de plus werd.
In maart kon de temperatuur van mild lenteweer ook plots omgaan naar winters, inclusief ijzelproblemen. Daarnaast was er ook zo'n dip in april waarbij er op sommige plaatsen in het westen van het land meer dan 10 centimeter sneeuw viel.
In mei en begin juni was het aardig lente -en zomerweer, maar verder in de zomer volgde een koele en natte periode, waarmee de zomer ook als te koud de geschiedenis in gaat.
De herfst van 1978 was over het algemeen een rustige, met een afwisseling van nazomerse perioden en koudere dagen.
Wel viel er eind september veel regen uit kille najaar -en onweersbuien.
December 1978 kende een sterke afwisseling van koude periodes en hele zachte periodes met tijdens de overgangen ijzel en soms zware regenval. Toen eind december het zeer zachte weer opnieuw werd verdreven viel de winter ook goed in, met transportkou en geregeld sneeuw en ijzel.
Opvallend is dat in de aanloop naar de echte kouperiode je al een aantal malen het voorspel zag in de vorm van hogedruk bij Groenland en Scandinavie waarbij de depressies naar het zuiden werden gedrukt of zelf bijna uitgeperst tussen de hoge druk uit het noorden en die in het zuiden.
Voorspel vs. de klapper met oudjaar 1978.
Het voortraject leek nog zo goed (winter 1993 - 1994)
Het deed een beetje aan de voorgeschiedenis van 1962 - 1963 denken, dat weerjaar 1993.
Echter was de gelijkenis vooral in het weer vanaf de zomer, want de lente was juist warm en zonnig verlopen.
In de zomer was het koeler geworden, met vanaf midden juli ook de nodige regen.
Ook het najaar verliep in de regel te koud voor de tijd van het jaar.
November deed er nog een schepje bovenop met een erg koude periode in de tweede helft van de maand.
Een klassieke wintersetting met krachtige hogedruk boven Scandinavie, waarmee een eerste serieuze winteroffensief een feit was.
Winterliefhebbers hoopten op een herhaling van 1963, maar eens de dooi en de westcirculatie begin december waren ingevallen bleef deze het grootste deel van de winter heersen.
Winterse drukverdeling in november
De dooiaanval is ingezet, wie zou winnen? de hogedruk of de oceaaninvloeden?
De depressies hebben gewonnen: de westcirculatie draait op volle toeren, inclusief een zware storm.
De warme voorgeschiedenis van de zachtste winter (2006 - 2007)
Na een frisse start van 2006 warmde het behoorlijk op.
April was al aan de warme kant, terwijl mei vooral in de eerste helft zomers was.
Na een dip met flink wisselvallig weer in de tweede helft van mei volgde in juni en juli twee hittegolven en overall erg warm zomerweer.
Hoewel augustus niet meedeed en vooral regenachtig was, verliep het najaar ook bijzonder warm.
Waar in 2005 het patroon later in het najaar omsloeg van zacht nazomerweer naar winters weer (hoewel het echte winterweer op afstand bleef), bleef het in de winter van 2006 - 2007 ook te warm.
Vooral januari spande de kroon met boterzachte zuidwestenwinden en een zware herfststorm.
dinsdag 28 januari 2014
Verbanden zoeken in het weer: de wintereditie (1901 - 2013)
Hieruit kon ik enkele licht afwijkende dingen halen, zoals dat de kans op een droge zomer na een natte lente bijvoorbeeld groter is en dat warme en droge lentes veel minder kans bieden op een droge zomer.
Of er na bijvoorbeeld een warm najaar een zachte winter volgt, of na een koude winter een nieuwe koude winter?
Dit onderzoekje met gegevens van De Bilt gaf minder opvallende feiten dan het zomeronderzoek, hetgeen overigens niet vreemd is in ons grillige klimaat.
Toch zijn er een paar dingen die opvielen.
Voorafgaande aan de dertige zachtste winters waren er 11 zomers die zeer koel verliepen, maar ook 11 zomers die erg warm verliepen, hiermee slechts 8 "normale" zomers overlatend die voor een zachte winter kwamen.
5 van de droogste zomers gingen aan een zachte winter vooraf, tegen 10 van de natste zomers.
Ook redelijk opvallend is het feit dat er 10% meer koele julimaanden dan warme aan een zachte winter vooraf gingen.
Bij koude winters zien we dat er vrij weinig koude oktobers aan vooraf gingen (5 van de 30), maar wel ruim 30% van de koelste zomers en koelste lentes.
Minder vreemd lijkt het feit te zijn dat er slechts 5 warme septembers, zomers en lentes aan een koude winter vooraf gingen.
Ook zie je goed terug dat koude winters vaak in clusters komen, want aan een koude winter ging 11 van de 30 keer ook een koude winter vooraf en slechts vijf maal een erg zachte winter.
Een uitzonderlijk jaar hierin is 1996: een koude winter na zowel een zachte winter als een warme zomer in 1995.
woensdag 15 januari 2014
De natste maand in Gemert: september 2001
In De Bilt moet hij twee andere maanden voorlaten, maar in Gemert is de maand met 198 millimeter neerslag de natste sinds de metingen.
Een kleine terugblik naar hoe die som tot stand kwam.
De voorgeschiedenis:
In augustus zaten we nog in een hittegolf met het hoogtepunt op zaterdag 25 augustus.
De volgende dag draaide de wind en hier koelde het vrijwel geruisloos af, terwijl het in het westen van het land flink onweerde.
Daarna volgde definitieve verkoeling en de maand eindigde met enkele regenbuien die het begin van een zeer natte periode zouden inluiden.
Septemberregen
De maand startte met een vriendelijke dag, met op een enkele plaats een bui.
De volgende dag meer bewolking door een warmtefront, waarbij het soms wat miezerde en het koufront dat volgde bleef een beetje hangen boven het land waardoor er geregeld buien vielen op de derde van september.
Achter het koufront volgde onstabiele lucht waarin nieuwe buien ontstonden en op veel plaatsen in twee dagen veel regen naar beneden kwam.
In Gemert werd op 4 september 20,5 millimeter afgetapt.
Op 5 september was het even wat mooier weer, maar dat duurde niet lang dankzij een volgend front van een depressie dat op 6 september een verse 17 millimeter regenwater achterliet.
Een volgende depressie ontstond en smolt samen met de depressie die al boven de oostzee lag.
Hierbij viel opnieuw regen en na de regenzone volgde een herfstachtig en buiig weertype in de onstabiele koele lucht.
Buien met hagel, onweer en windstoten kwamen op meerdere plekken in het land voor en in september is het vaak het natst aan de kust, echter werd Gemert ook niet bepaald slecht bedeeld in de regenhoeveelheden.
Tussen de regenzones en buien door scheen op de beruchte 11 september en 12 september wel regelmatig de zon.
Volop herfst
Een volgende depressie trok van Schotland richting de zuidelijke noordzee en liet een nieuwe plas regen vallen. Op de trog die volgde waren er enkele stevige plensbuien om het af te maken.
Ook de volgende dag vallen buien en het was nog niet lang droog of een koufront kwam weer wat regenwater brengen.
In het weekend van 15 en 16 september vielen ook een aantal buien, waarbij nu het westen de grootste hoeveelheden te pakken had en Gemert ietsje bescheiden achterbleef met ongeveer 13 millimeter in twee dagen.
De kraan ging echter niet dicht, want er was een nieuwe depressie ontstaan boven midden Europa en een aparte kern trok via een minder gebruikelijk pad van Zweden naar België.
Dit leverde uiteraard weer een bak regen op, terwijl ook de hoofdkern van de depressie besloot om vanuit Polen een bezoek te brengen aan de lage landen.
Dit ging met name op 19 september gepaard met een heleboel regen, in Gemert viel 21 mm en dat was niet eens zo nat aangezien het westen de volle lading meekreeg.
Hoek van Holland ving 107 mm op en een groot deel van het Westland stond blank, met de nodige schade tot gevolg..
De depressie bleef vervolgens wat op zijn plaats hangen, waardoor er dagelijks wel een aantal buien vielen, echter ditmaal geen grote sommen opleverend.
In de slotweek van de maand werd het wat rustiger weer met meer zon, mistige ochtenden en af en toe een bui.
De laatste regen van de maand kwam van achtereenvolgens een warmtefront (die in het noorden tot stilstand kwam en daar veel regen gaf), een koufront op de 29e en daartussen geregeld ruimte voor de zon.
De maand eindigde met lichte regen in de avond van de 30e, waarop nog een natte eerste oktober zou volgen, voordat het later in die maand nog nazomers warm zou worden.
Neerslagcijfers te Gemert (aftappingen in de ochtend)
1 september 3,1 mm
2 september 0 mm
3 september 5,1 mm
4 september 20,5 mm
5 september 5,7 mm
6 september 17,2 mm
7 september 9,7 mm
8 september 6,3 mm
9 september 7,2 mm
10 september 13,2 mm
11 september 7,8 mm
12 september 4,5 mm
13 september 9,3 mm
14 september 4,1 mm
15 september 3 mm
16 september 6,7 mm
17 september 7,2 mm
18 september 13,2 mm
19 september 0 mm
20 september 21 mm
21 september 5,4 mm
22 september 2,4 mm
23 september 1,9 mm
24 september 2,4 mm
25 september 0,2 mm
26 september 0,4 mm
27 september 5,4 mm
28 september 8,9 mm
29 september 0 mm
30 september 6,2 mm
Maandsom: 198 mm